• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

ZO VAN HET GELOOF GETUIGEN, DAT HET DE KRACHT VAN DE LIEFDE UITSTRAALT
Oecumenische Vesperdienst in de Kathedrale Kerk van St. Peter, Regensburg

In de St. Ulrichkerk in Regensburg ontving Paus Benedictus XVI afgevaardigden van de lidkerken van de Arbeidtsgemeinschaft christliche Kirchen (AcK) in Beieren en vertegenwoordigers van de Joods Gemeente en uit de Orthodoxie. Daarna trok men in processie naar de kathedrale kerk van St. Petrus.

Dierbare broeders en zusters in Christus!

We zijn hier bijeengekomen - Orthodoxie, Katholieken en Evangelische Christenen -, om gemeeschappelijk de Vespers, het lof voor God in de avond, te zingen. Het centrale deel daarin zijn de psalmen, waarin het Oude en Nieuwe Verbond verenigd zijn en waarin ons gebed zich verbind met het gelovige en hopende Israël. Dit is een uur van dankbaarheid voor het feit dat we zo met elkaar kunnen bidden en door ons tot de Heer te wenden worden we tevens één met elkaar.

Heel hartelijk wil ik dan ook eerst hen begroeten die, komend uit de Orthodoxie, deelnemen aan deze Vespers. Ik beschouw het steeds als een groot geschenk van de Voorzienigheid dat ik als professor te Bonn in twee jonge Archimandrieten, de latere Metropoliet Stylianos Harkianakis en Damaskinos Papandreou, de Orthodoxie om zo te zeggen persoonlijk, in personen heb leren kennen en heb leren liefhebben.

In Regensburg werden daar dankzij de initiatieven van bisschop Graber nieuwe ontmoetingen aan toegevoegd alsmede bij de symposia in het Spindlhof en door de hen die op basis van een beurs hier konden studeren. Ik ben blij veel van de oude vertrouwde gezichten opnieuw te zien en de oude vriendschappen nieuw te mogen beleven.

Over enkele dagen zal in Belgrado de theologische discussie verdergaan over het basisthema van de koinonia - de gemeenschap - in de twee dimensies, die de eerste brief van Johannes direct in het eerste hoofdstuk al noemt: onze koinonia is op de eerste plaats de gemeenschap met de Vader en Zijn Zoon Jezus Christus in de heilige Geest. Zij is de door de Heer door Zijn menswording en de zending van de Geest mogelijk gemaakte gemeenschap met de Drie-ene God zelf.

De goddelijke gemeenschap bouwt dan ook de koinonia met elkaar op, als een deelhebben aan het geloof van de apostelen en dus als gemeenschap in het geloof, die zich in de Eucharistie tastbaar maakt en over alle grenzen heen de ene Kerk opbouwt Vgl. 1 Joh. 1, 3 .

Ik hoop en bid dat deze gesprekken vruchtbaar moge zijn en dat de gemeenschap die ons verbind met de levende God, de gemeenschap in het door de apostelen overgeleverde geloof zich zal verdiepen en tot die volle eenheid groeit, waardoor de wereld kan herkennen dat Jezus Christus de ware gezondene van de Vader is, de Zoon van God, de heiliand van de wereld Vgl. Joh. 17, 21 . "Opdat de wereld gelooft", moeten we één zijn, de ernst van deze opdracht moet onze dialoog bezielen.

Heel hartelijk groet ik de vrienden uit de verschillende tradities van de Reformatie. Ook daarbij komen bij mij vele herinneringen boven - herinneringen aan de vrienden van de Jäger-Stählin-Kreis, die overleden zijn; met deze herinneringen is de dankbaarheid verbonden voor de ontmoetingen van dit uur.

Ik denk natuurlijk heel in het bijzonder aan de discussies om te komen tot een consensus over de rechtvaardigingsleer met al zijn fasen tot aan de gedenkwaardige ontmoetingen met overleden bisschop Hanselmann hier in Regensburg, die beslissend hebben mogen zijn in het vinden van gemeenschappelijke antwoorden.

Ik verheug mij dat inmiddels ook de "Wereldraad van de kerken van de Methodisten" zich hebben aangesloten bij deze consensus. De Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen
Gemeenschappelijke Verklaring over de Rechtvaardigingsleer door de Rooms Katholieke Kerk en Lutherse Wereld Federatie
(31 oktober 1999)
blijft een groot, en zo komt het mij voor, nog niet echt ingeloste verplichting voor ons. Rechtvaardiging is een wezenlijk thema in de theologie, maar in het leven van de gelovigen van nu is het nauwelijks aanwezig, zo lijkt het mij.

Ook de dramatische gebeurtenissen van nu maakt het thema van de vergeving onder elkaar weer met zoveel noodzaak merkbaar. Echter dat wij alleereerst de vergeving van God, de rechtvaardiging door Hem nodig hebben, is men nauwlijks zich nog bewust. Dat wij tegenover God veel verschuldigd zijn, dat de zonde een realiteit is, die alleen maar van God uit overwonnen kan worden, dat staat ver af van het moderne bewustzijn, en wij allen zijn meer of minder modern.

Uiteindelijk is het de afzwakking van onze verhouding met God die de reden is van het vervagen van de thema's van rechtvaardiging en van de vergeving van zonden. Zo zal het zeker onze allereerste opgave zijn, de levende God opnieuw in ons leven en in onze tijd en maatschappij nieuw te ontdekken.

Met dit in het achterhoofd luisteren we nu naar datgene wat de heilige Johannes ons zojuist in deze lezing gezegd heeft. Ik wil drie uitspraken uit deze betekenisvolle en rijke tekst in het bijzonder aanhalen. Het centrale thema van de gehele brief komt naar voren in vers 15: "Als iemand erkent dat Jezus de Zoon van God is, woont God in hem en woont hij in God" (1 Joh. 4, 15).

Johannes noemt hier nog een keer, zoals hij al eerder deed in de versen 2 en 3 van het vierde hoofdstuk, de geloofsbelijdenis, die ons als Christenen zondermeer onderscheid: het geloof dat Jezus de vleesgeworden Zoon van God is. "Niemand heeft ooit God gezien: de Eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vader is, Hij heeft Hem doen kennen." (Joh. 1, 18). Wie God is weten we door Jezus Christus, de enige die God is.

We komen met God in aanraking door Hem. In de tijd van de multireligieuze ontmoetingen zijn we snel in de verleiding deze centrale belijdenis wat af te zwakken of zelfs helemaal te verstoppen. Maar daarmee dienen we deze ontmoetingen in het geheel niet en ook de dialoog niet. We maken God er alleen maar ontoegankelijker door, voor de anderen en voor ons zelf. Het is belangrijk, dat wij ons Godsbeeld geheel en niet alleen fragmentarisch ter sprake brengen.

Opdat we dat kunnen moet er een eigen gemeenschap met Christus zijn, onze liefde in Hem groeien en dieper worden. In deze gemeenschappelijke belijdenis en in deze gemeenschappelijke opgave is er geen scheiding tussen ons. Dat deze gemeenschappelijke basis steeds sterker wordt, daarvoor bidden we.

Daarmee zijn we al midden in het tweede punt terechtgekomen waarover ik wilde spreken. Het komt in vers 14 ter sprake, waar er staat: "En wij, wij hebben gezien en wij getuigen, dat de Vader zijn Zoon heeft gezonden, om de Heiland van de wereld te zijn." (1 Joh. 4, 14). Het centrale woord in deze zin is μαρτυρομν - wij getuigen, wij zijn getuigen.

De belijdenis moet een getuigenis worden. In het grondwoord μαρτυς klinkt door, dat de getuigen van Jezus Christus met hun gehele bestaan, in leven en sterven voor dit getuigenis instaat. De schrijver van de brief zegt van zichzelf: "We hebben het gezien". Omdat hij het gezien heeft, kan hij getuige zijn. Hij gaat er echter vanuit, dat ook wij - de generaties nadien - de mogelijkheid hebben om te zien en dat ook wij als ooggetuigen de getuigenis kunnen afleggen.

Bidden we de Heer, dat Hij ons ziende maakt. Helpen wij elkaar om te zien, opdat wij ook de mensen van onze tijd kunnen laten zien en dt zij door de hele zelfgemaakte wereld heen God weer herkennen kunnen. Door alle historsche banieren heen Jezus weer kunnen waarnemen, de door God gezonden Zoon, waarin we de Vader kunnen zien.

In vers 9 staat er, dat God de Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij leven. Zijn we tegenwoordig niet in staat in te zien dat alleen door eerst de ontmeoting met Jezus Christus het leven werkelijk leven is? Getuigen van Jezus Christus zijn betekent voor ons allemaal: getuige zijn voor een manier van leven. In een wereld vol van verwarring moeten we weer getuigenis geven van de maatstaven, die het leven tot leven maken.

Deze grote gemeenschappelijke opgave voor alle gelovigen moeten we met een grote besluitvaardigheid aannemen. Het is de verantwoordelijkheid van de Christenen van dit moment, deze maatstaven van het juiste leven zichtbaar te maken, die ons door Jezus Christus gegeven zijn, die al de woorden van de Schrift op zijn weg verenigd heef: "Naar Hem moet ge luisteren" (Mc. 9, 7).

Daarmee zijn we bij het derde steekwoord gekomen, die tevoorschijn komt uit deze lezing: agape - liefde. Dat is het leitmotiv van de gehele brief en in het bijzonder van deze pericoop die we zojuist gehoord hebben. Agape - liefde, zoals de Evangelist Johannes het ons leert, is niet iets sentimenteels en niet iets verhevenens. Zij is heel nuchter en realistisch.

Ik mijn encycliek Paus Benedictus XVI - Encycliek
Deus Caritas Est
God is Liefde
(25 december 2005)
heb ik geprobeerd er iets over te zeggen. De agape, de liefde, is werkelijk de Summa van de wet en de profeten. Alles is in haar opgenomen, moet echter in het dagelijks leven steeds opnieuw weer verwerkelijkt worden. In vers 16 van onze tekst vinden we de bijzonder mooie woorden: "Wij geloven in de liefde" Vgl. 1 Joh. 4, 16 .

Ja, de liefde kan de mens geloven. Gelijden we ons geloof zo, dat het als een kracht van de liefde toont, "opdat de wereld gelooft" (Joh. 17, 21).

Amen

Zie ook:
Dossier Paus Benedictus XVI bezoekt Beieren

Dossier over de Rechtvaardigingsleer
Dossier over de Oecumene

Document

Naam: ZO VAN HET GELOOF GETUIGEN, DAT HET DE KRACHT VAN DE LIEFDE UITSTRAALT
Oecumenische Vesperdienst in de Kathedrale Kerk van St. Peter, Regensburg
Soort: Paus Benedictus XVI - Homilie
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 12 september 2006
Copyrights: © 2006, Libreria Editrice Vaticana (het gesproken woord geldt)
Vert: Stg. InterKerk, Wassenaar
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test