H. Paus Johannes XXIII - 11 oktober 1962
GAUDET MATER ECCLESIA Openingstoespraak Tweede Vaticaans Concilie |
|||
► | Oorsprong en beweegredenen van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie |
De getuigenissen van dit buitengewoon Magisterium van de Kerk, namelijk van de Algemene Concilies, staan voor Onze ogen, terwijl Wij de opeenvolging van de verscheiden tijdperken gedurende deze twintig eeuwen van christelijke geschiedenis aandachtig beschouwen. Deze getuigenissen zijn verzameld in meerdere indrukwekkende boekwerken en zij dienen beschouwd te worden als een heilige schat, die verborgen ligt in de archieven van deze Stad en in de beroemdste bibliotheken van de gehele wereld.
Wat de oorsprong en de reden van het grote gebeuren betreft, waarvoor Wij u hier bijeen hebben laten komen, is het voldoende Onze bescheiden getuigenis nogmaals te bevestigen, die Wij echter door Onze persoonlijke ondervinding kunnen staven: eerst immers hebben Wij dit Concilie bijna onverwachts met Onze geest waargenomen en daarna hebben Wij het in eenvoudige woorden H. Paus Johannes XXIII - Toespraak
Aankondiging diocesane Synode, Oecumenisch Concilie en aanpassing Kerkelijk wetboek
Tot college van kardinalen op het feest van St. Paulus-bekering - Vespers in de St. Paulus-buiten-de-Muren, Rome
(25 januari 1959) voor het Heilig College van Kardinalen op die gelukkige 25e januari 1959, het feest van de Bekering van Sint Paulus de Apostel, in zijn eigen Patriarchale Basiliek buiten de Muren. Terstond werden de aanwezigen plotseling getroffen als door een schitterende straal van bovenaards licht en het bracht grote vreugde in aller gelaat en ogen. Tegelijk echter ontbrandde er over de gehele wereld een grote ijver en alle mensen begonnen de viering van het Concilie met belangstelling tegemoet te zien.
Ondertussen heeft men gedurende drie jaren hard gewerkt aan de voorbereiding van het Concilie om nauwkeuriger en intenser een onderzoek in te stellen naar de eervolle plaats, die in onze tijd het Geloof, het godsdienstig leven en de kracht van de Christelijke en vooral van de Katholieke gemeenschap innemen.
Deze tijd van voorbereiding van het Oecumenisch Concilie kwam Ons inderdaad met recht voor als een eerste teken en geschenk van de goddelijke genade.
Verlicht door het licht van dit Concilie zal de Kerk, naar Wij vertrouwen, rijker worden aan geestelijke goederen en, hieruit nieuwe krachten puttend, zal zij onverschrokken de toekomst tegemoet zien. Want door een gepaste vernieuwing en verstandig georganiseerde samenwerking zal de Kerk bereiken, dat mensen, gezinnen en volkeren inderdaad hun zinnen op hemelse zaken zullen richten.
Zo dient men dan wegens de viering van dit Concilie aan de Hoogste Schenker van alle goed in volle overtuiging dank te brengen en met grote vreugde dient men onze Heer Christus te verheerlijken, de onoverwonnen en onsterfelijke Koning van alle tijden en volkeren.