INSTRUCTIE OVER BEPAALDE ASPECTEN VAN HET GEBRUIK VAN DE SOCIALE COMMUNICATIEMIDDELEN BIJ DE BEVORDERING VAN DE GELOOFSLEER
(Soort document: Congregatie voor de Geloofsleer)
De religieuze overste, die volgens canon Wetboek Codex Iuris Canonici Codex van het Canonieke recht (25 januari 1983) bevoegd is zijn eigen religieuzen verlof te geven tot het publiceren van geschriften, die handelen over zaken van godsdienst of zeden, moet dat niet doen zonder eerst het oordeel te hebben van tenminste één censor, die hij als betrouwbaar beschouwt en niet zonder dat hij tevreden is gesteld dat het werk niets bevat, dat schadelijk zou kunnen zijn voor de geloofs – of zedenleer.
De overste kan verlangen dat zijn verlof voorafgaat aan dat van de plaatselijke ordinaris en dat hiervan expliciet melding wordt gemaakt in de publicatie.
Dit verlof kan, als het gaat om blijvende medewerking aan periodieke publikaties, algemeen gegeven worden.