• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Religieuze oversten kunnen niet beschouwd worden als authentieke geloofsleraren in eigenlijke zin en, strikt gesproken, zijn geen herders. Toch beschikken zij over een gezag, dat van God komt door de bediening van de kerk Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 618.
2. Apostolische activiteit van de kant van religieuze instituten moet word uitgeoefend in naam en in opdracht van de kerk en moet in gemeenschap met haar worden verricht Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 675. 3. Het voorschrift van canon Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
, dat alle christengelovigen altijd verplicht zijn de gemeenschap met de kerk te bewaren in de manier, waarop zij hun activiteit uitoefenen, is bijzonder van toepassing op het geval van religieuzen. Canon Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
herinnert de instituten van god gewijd leven aan hun speciale onderwerping aan het hoogte kerkelijke gezag en aan de band van gehoorzaamheid, welke hun individuele leden bindt aan de paus.
Samen met de plaatselijke ordinaris hebben religieuze oversten de verantwoordelijkheid verlof te geven voor het uitgeven van geschriften, die gaan over zaken van godsdienst of zeden, door leden van hun instituten Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 824.832.
Alle oversten met name zij, die ordinarissen zijn Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 134. 1, zijn verplicht er zorg voor te dragen, dat binnen hun instituten de kerkelijke discipline, ook met betrekking tot de sociale communicatiemiddelen, wordt nagekomen. Wanneer misbruiken aan de dag treden, moeten zij aandringen op toepassing van de kerkelijke discipline
Religieuze oversten, met name zij, wier instituten juist het apostolaat van de pers en van de sociale communicatiemiddelen zijn toegedaan, moeten er op toezien dat hun leden de normen van de kerkelijke wetgeving terzake trouw nakomen. Zij moeten speciaal aandacht schenken aan uitgeverijen, boekwinkels, enzovoorts, die met het instituten geassocieerd zijn, en hen aansporen trouwe en doortastende voertuigen te zijn voor de kerk en haar leergezag.
Religieuze oversten moeten samenwerken met diocesane bisschoppen Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 678. 3; eventueel kan zo’n samenwerking geformaliseerd zijn door schriftelijke overeenkomsten Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 681. 1-2.

Document

Naam: INSTRUCTIE OVER BEPAALDE ASPECTEN VAN HET GEBRUIK VAN DE SOCIALE COMMUNICATIEMIDDELEN BIJ DE BEVORDERING VAN DE GELOOFSLEER
Soort: Congregatie voor de Geloofsleer
Auteur: Joseph Kardinaal Ratzinger
Datum: 30 maart 1992
Copyrights: © 1992, SRKK, Utrecht
Vert.: prof. dr. H. Eijsink
Bewerkt: 7 november 2019

Referenties naar dit document

 
Geen dossiers gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2023, Stg. InterKerk, Schiedam, test