Joseph Kardinaal Ratzinger - 30 maart 1992
Tot de meest efficiënte middelen waarover men heden ten dage beschikt om de evangelische boodschap te verbreiden, moet men zeker de sociale communicatiemiddelen rekenen. Niet alleen eist de Kerk het recht op om die te gebruiken Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 747, maar moedigt ook de bisschoppen aan om daarvan gebruik te maken bij de vervulling van hun zending Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 822. 1.
Het decreet 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Inter Mirifica
Over de publiciteitsmedia
(4 december 1963) van Vaticanum II en de pastorale instructies van de Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pauselijke Commissie voor de Sociale Communicatiemiddelen
Communio et Progressio
Pastorale Instructie, in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie, over de middelen van sociale communicatie
(23 mei 1971) en Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen
Aetatis Novae
Pastorale instructie, twintig jaar na Communio et Progressio
(22 februari 1992), hebben het belang van de sociale communicatiemiddelen en hun plaats in het licht van de evangelisatie-opdracht van de kerk al breeduit behandeld. Eveneens moet melding worden gemaakt van de Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten)
Richtlijnen voor de training van toekomstige priesters betreffende de sociale communicatiemiddelen (), uitgegeven door de Congregatie van het Katholieke Onderwijs.
Het nieuwe Wetboek Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) behandelt ook de sociale communicatiemiddelen Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 822-832 en vertrouwt de zorg daarvoor en het toezicht daarop toe aan de bisschoppen. Religieuze oversten, met name hogere oversten, hebben in dit opzicht ook specifieke verantwoordelijkheden uit kracht van hun disciplinair gezag.
Overbekend zijn de problemen, die we om uiteenlopende redenen tegenkomen bij hen, die geroepen zijn te zorgen voor en te waken over de media. Nog altijd verspreiden zich steeds meer onjuiste ideeën dankzij de sociale communicatiemiddelen in het algemeen en dankzij de publicatie van boeken in het bijzonder. Met de publicatie van haar Congregatie voor de Geloofsleer
Donum Veritatis
Instructie over de Kerkelijke Roeping van de Theoloog
(24 mei 1990) van 24 mei 1990 heeft de Congregatie voor de Geloofsleer vanuit leerstellig perspectief een schets over de verantwoordelijkheden van bisschoppen met betrekking tot het authentieke leergezag, aangeboden. Overeenkomstig haar opdracht de kerkelijke geloofs – en zedenleer te onderstrepen en te verdedigen heeft dezelfde congregatie het nuttig geoordeeld deze instructie uit te geven, die met instemming van de Congregatie voor de Religieuze Instituten en Sociëteiten van Apostolisch Leven en na op passende wijze de Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen te hebben geconsulteerd.
De instructie zet de kerkelijke wetgeving terzake organisch uiteen. Haar streven is erop gericht de bisschoppen te bemoedigen en behulpzaam te zijn bij de vervulling van hun plichten Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 34 door de canoniekrechtelijke normen in herinnering te roepen, haar uiteenlopende bepalingen nader uit te leggen en door de processen te expliciteren, waardoor die normen worden geëffectueerd.
De canonieke normen garanderen de vrijheid van iedereen: of het nu gaat om de individuele christen, die er recht op heeft om de boodschap van het evangelie zuiver en integraal te ontvangen, of om hen, die verwikkeld zijn in het (directe) pastorale werk, om theologen en om alle katholieken, die zich met de journalistiek bezighouden en die het recht hebben hun mening te verbreiden, zolang de integriteit van het geloof en van kerkelijke zedenleer en het gepaste respect voor de bisschoppen staande gehouden wordt. Bovendien zou de burgerlijke wetgeving het recht van iedereen, die van de sociale communicatiemiddelen gebruik maakt om een waarheidsgetrouw beeld te geven van de feiten moeten beschermen en aanmoedigen als het om de informatievoorziening gaat. Zo ook moet zij journalisten in het algemeen verzekeren van het recht hun gedachten te uiten binnen de grenzen van de ethische beroepscode; deze laatste heeft ook betrekking op de manier, waarop religieuze thema’s worden behandeld.
De Congregatie voor de Geloofsleer is zich ervan bewust, onder welke moeilijke omstandigheden theologen, zielzorgers, katholieke publicisten en publicisten in het algemeen moeten werken bij het vervullen van hun taken. Daarom acht zij het juist om op deze plaats een bijzonder woord van hoogachting en waardering uit te spreken aan hun adres, voor de bijdragen die zij met al hun inspanningen op dit terrein leveren.