
H. Paus Paulus VI - 24 juni 1967
SACERDOTALIS CAELIBATUS Over het priestercelibaat |
|||
► | DOCTRINAIRE BESCHOUWINGEN | ||
► | De motieven voor het celibaat |
Zeker, gelijk het Tweede Vaticaans oecumenisch Concilie heeft verklaard, wordt de maagdelijkheid “niet door het wezen zelf van het priesterschap vereist, zoals blijkt uit de praktijk van de oude Kerk en uit de traditie van de Oosterse Kerken”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 16. Maar de Heilige Synode heeft toch de oude, heilige, providentiële, geldende wet van het priestercelibaat plechtig en officieel willen bevestigen: zij heeft tevens de motieven uiteengezet, die pleiten voor het celibaat, wanneer men in een geest van geloof en met edelmoedigheid Gods gaven weet te waarderen.
Niet alleen in onze tijd maakt men studie van de “velerlei redenen” 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 16, waarom het celibaat passend is voor het priesterschap. En al waren ook de aangevoerde motieven verschillend naargelang van mentaliteit en situatie, toch steunden ze altijd op specifiek christelijke gedachten, die bij een intensere beschouwing, voerden tot de diepste motieven. Deze motieven kan men nader verhelderen vanuit de ervaring, die men opdoet door een diepere bestudering van het geestelijke in de loop van de eeuwen Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 8; dit alles onder de bezieling van de Heilige Geest, die Christus aan de zijnen heeft beloofd om de komende dingen te kunnen begrijpen Vgl. Joh. 16, 13 en om in het volk Gods de kennis van het geheim van Christus en de Kerk te verdiepen.