• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
'Genomen uit de mensen en aangesteld voor de mensen' (Hebr. 5, 1)

Het Tweede Vaticaans Concilie heeft het begrip van het priesterschap vollediger uitgelegd, door dit binnen het geheel van zijn leeruitspraken te zien als uitdrukking van die 'dynamische bewegingen' waardoor de zending van het gehele volk van God wordt gevormd. Hier moet vooral verwezen worden naar de teksten van de constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)
die juist hierop betrekking hebben. De zending van het volk van God wordt vervuld door deelneming aan de opdracht en zending van Jezus Christus zelf welke - zoals vaststaat - een drievoudig karakter heeft: namelijk de zending en taak van profeet, priester en koning. Bij nauwkeuriger lezing van deze Concilieteksten blijkt, dat het hier eerder gaat om drie aspecten van de dienst en de zending van Christus dan om drie verschillende taken. Want deze drie hangen zo nauw samen, dat ze elkaar aanvullen en verklaren. Daarom ga ik uit van deze drievormige eenheid van de zending en taak van Christus. Wij Christenen, leden van het volk van God, en vervolgens wij priesters, die deel hebben aan de hiërarchische ordening, vinden onze oorsprong geheel en al in de hoogste zending en taak van onze Meester die profeet, priester en koning is. Zó getuigen wij van Hem in de Kerk en voor de wereld.

Het priesterschap, waaraan wij deel hebben door het sacrament van de wijding en dat voor altijd in onze zielen is 'ingedrukt' door een bijzonder teken van God, het sacramenteel merkteken, is uitdrukkelijk verbonden met het algemeen priesterschap van de gelovigen, namelijk van alle gedoopten. Maar tevens verschilt het daarvan 'uiteraard en niet alleen naar rangorde'. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10 Zo ontvangen de woorden van de schrijver van de brief aan de Hebreeën over de priester, die 'wordt genomen uit de mensen en aangesteld voor de mensen' (Hebr. 5, 1) hun volle betekenis.

We doen er goed aan hier opnieuw de voortreffelijke Concilietekst te lezen, welke de voornaamste waarheden over onze roeping in de Kerk verklaart:

"Christus de Heer, de Hogepriester, genomen uit de mensen Vgl. Hebr. 5, 1-5 , heeft het nieuwe volk "gemaakt tot een koninkrijk van priesters voor zijn God en Vader" (Openb. 1, 6) Vgl. Openb. 5, 9-10 . De gedoopten immers worden door de wedergeboorte en de zalving van de Heilige Geest gewijd tot een geestelijk bouwwerk en een heilig priesterschap om door alles, wat zij als christenmens doen, geestelijke offers op te dragen en de roemruchte daden te verkondigen van Hem, die hen uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht Vgl. 1 Pt. 2, 4-10 . Daarom moeten alle leerlingen van Christus, in volhardend gebed en onder het geloven van God Vgl. Hand. 2, 42-47 , zichzelf aanbieden als een levend, heilig, aan God welgevallig offer Vgl. Rom. 12, 1 . Zij moeten overal ter wereld getuigen voor Christus en altijd bereid zijn tot verantwoording aan al wie hun rekenschap vraagt van de hoop op het eeuwig leven, die in hen leeft Vgl. 1 Pt. 3, 15 .

Tussen het algemeen priesterschap van de gelovigen en het ambtelijk of hiërarchisch priesterschap bestaat een wezenlijk verschil en niet slechts een graadverschil; maar toch staan ze in betrekking tot elkaar, want ze delen beide, elk op zijn eigen wijze, in het ene priesterschap van Christus. Door zijn gewijde macht vormt en leidt de ambtelijke priester het priesterlijk volk, voltrekt hij in de persoon van Christus het eucharistisch offer en draagt het in naam van heel het volk aan God op. De gelovigen van hun kant werken krachtens hun koninklijk priesterschap mee tot het opdragen van de Eucharistie en zij oefenen dit priesterschap uit in het ontvangen van de Sacramenten, in het gebed en de dankzegging, door het getuigenis van hun heilig leven, door zelfverloochening en werkzame liefde. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10

Document

Naam: NOVO INCIPIENTE
Aan de priesters op Witte Donderdag 1979
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Brief
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 8 april 1979
Copyrights: © 1979, Archief van de Kerken, p. 415-430
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test