H. Paus Johannes Paulus II - 2 juni 1985
Volgens de Slavische Anoniem
Vita Methodii () van Methodius wendde vorst Rastislaw zich door zijn afgevaardigden met deze woorden tot keizer Michaël III: "Er kwamen vele christelijke leraren naar ons vanuit Italië, Griekenland en Germanië, die ons op verschillende manieren onderwezen; maar wij Slaven. ... hebben niemand die ons echt onderricht en de betekenis uiteenzet'. Anoniem, Vita Methodii. V, 2, Constantinus et Methodius Thessalonicenses, Fontes, recensuerunt et illustraverunt Fr. Grivec et Fr. Tomši? (Radovi Staroslavenskog Instituta, Knjiga 4, Zagreb 1960), p. 223 Toen werden Constantinus en Methodius gevraagd daarheen te vertrekken. Hun diep christelijk antwoord op dit verzoek in deze situatie en bij alle soortgelijke gelegenheden, wordt bewonderenswaardig weergegeven met de woorden die Constantinus tot de keizer richtte: 'Hoewel ik vermoeid en lichamelijk zwak ben, zal ik met vreugde daarheen gaan' H. Eusebius van Caesarea, Vita Constantini (1 jan 339). XIV, 9, Constantinus et Methodius Thessalonicenses, Fontes, recensuerunt et illustraverunt Fr. Grivec et Fr. Tomši? (Radovi Staroslavenskog Instituta, Knjiga 4, Zagreb 1960), p. 200 ... 'met vreugde vertrek ik omwille van het christelijk geloof'. H. Eusebius van Caesarea, Vita Constantini (1 jan 339). VI, 7, Constantinus et Methodius Thessalonicenses, Fontes, recensuerunt et illustraverunt Fr. Grivec et Fr. Tomši? (Radovi Staroslavenskog Instituta, Knjiga 4, Zagreb 1960), p. 179
De echtheid en kracht van de hun toevertrouwde missieopdracht kwamen voort uit het diepste mysterie van de verlossing en het evangelisatiewerk dat door hen onder de Slavische volkeren tot stand werd gebracht, vormt een zeer belangrijke schakel in de heilbrengende opdracht welke de Verlosser aan de universele kerk te vervullen heeft gegeven tot aan het einde der tijden. In dit werk werden - in de tijd en onder concrete omstandigheden - de woorden van Christus vervuld, die in de kracht van zijn kruis en verrijzenis de apostelen opdroeg: 'Verkondigt het evangelie aan heel de schepping': (Mc. 16, 15) 'gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen'. (Mt. 28, 19) Door zo te handelen lieten de Evangelieverkondigers en leraren van de Slavische volkeren zich leiden door het zeer apostolisch voorbeeld van de heilige Paulus: 'Gij zijt allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Gij allen immers, die gedoopt zijt in Christus, hebt u met Christus bekleed. Er is geen Jood meer of Griek, geen slaaf of vrije, geen man of vrouw: allen zijt gij één in Christus Jezus. (Gal. 3, 26-28)
Behalve dat de heilige broers een groot respect hadden voor personen en een belangeloze zorg voor hun echte welzijn, beschikten zij ook over een overeenkomstige mate aan kracht, ervaring, ijver en liefde welke onontbeerlijk is om de toekomstige gelovigen het licht te brengen en hun tegelijk het welzijn te tonen met de concrete hulp om die te bereiken. Daartoe wilden zij in alles gelijk worden aan hen die zij het Evangelie verkondigden; zij wilden deel uitmaken van deze volkeren en hun lot in alles delen.