H. Paus Johannes Paulus II - 2 juni 1985
'In uw handen beveel ik mijn geest' zo begroeten wij de elfde eeuw sinds de dood van Methodius met dezelfde woorden welke - zoals zijn Anoniem
Vita Methodii () in de Oudslavische taal bericht Vgl. Anoniem, Vita Methodii. XVII, 9-10: Constantinus et Methodius Thessalonicenses, Fontes, recensuerunt et illustraverunt Fr. Grivec et Fr. Tomši? (Radovi Staroslavenskog Instituta, Knjiga 4, Zagreb 1960), p. 237 Vgl. Lc. 23, 46
Vgl. Ps. 31, 6
- door hem kort voor zijn dood luid zijn uitgesproken, toen hij op het punt stond met zijn vaderen in het geloof, de hoop en de liefde te worden verenigd: de aartsvaders, profeten, apostelen, leraren en martelaren. Door het getuigenis van zijn woord en leven, welke gedragen werden door het charisma van de Geest, gaf hij het voorbeeld van een vruchtbare en bruikbare roeping zowel voor de tijd waarin hij leefde, als voor later eeuwen en vooral voor onze tijd.
Zijn zalige 'overgang' in het begin van de lente van het jaar 885 na de menswording van Christus (en volgens de Byzantijnse tijdrekening in 6393 na de schepping van de wereld) had plaats in een tijd, dat beangstigende wolken samentrokken boven Constantinopel en vijandige spanningen steeds meer de rust en het leven van de volkeren bedreigden, en zelfs ook de heilige banden van de christelijke broederschap en gemeenschap tussen de kerken van het Oosten en van het Westen.
In zijn kathedrale kerk, welke overvol was van gelovigen van allerlei afkomst, bewezen de leerlingen van de heilige Methodius de gebruikelijke eer aan de overleden herder voor de boodschap van het heil, de vrede en de verzoening, welke hij had gebracht en waaraan hij zijn hele leven had gewijd: 'zij vierden een kerkdienst in het Latijn, Grieks en Slavisch' Anoniem, Vita Methodii. XVII, 11: Constantinus et Methodius Thessalonicenses, Fontes, recensuerunt et illustraverunt Fr. Grivec et Fr. Tomši? (Radovi Staroslavenskog Instituta, Knjiga 4, Zagreb 1960), p. 237, terwijl zij God aanbaden en de eerste aartsbisschop vereerden van de kerk welke hij had gesticht onder de Slaven aan wie hij samen met zijn broer het Evangelie had verkondigd in hun eigen taal. Deze kerk werd nog meer gesterkt, toen daar met uitdrukkelijke instemming van de Paus een inheemse hiërarchie werd opgericht, welke steunde op de apostolische opvolging en volhardde in de eenheid van het geloof en de liefde met zowel de Kerk van Rome als van Constantinopel vanwaaruit de missie onder de Slaven een aanvang had genomen.
Terwijl dus de precies elf eeuwen sinds zijn dood worden herdacht, wil ik tenminste in de geest in Velehrad vertoeven waar - naar het schijnt - de goddelijke voorzienigheid Methodius toestond zijn apostolisch leven te voltooien: