H. Paus Johannes Paulus II - 2 juni 1985
De katholiciteit van de Kerk uit zich eveneens in de actieve medeverantwoordelijkheid en edelmoedige samenwerking van allen ten aanzien van het algemeen welzijn. De Kerk verwezenlijkt deze universaliteit juist overal waar zij alle echte menselijke waarden op haar eigen wijze en met moederlijke genegenheid aanvaardt en verheft. Tegelijkertijd spant zij zich in om op alle plaatsen van de wereld en in iedere historische situatie ieder mens en alle mensen voor God te winnen, om hen onder elkaar en met Hem in zijn waarheid en liefde te verenigen.
leder mens, elke natie, evenals elke cultuur en beschavingsvorm hebben hun eigen rol te vervullen en hun plaats in te nemen in het mysterievolle plan van God en de universele verbreiding van het heil. Dit was helemaal de denkwijze van de heilige broers: De 'genadige en barmhartige' God's Vgl. Ps. 112, 4 Vgl. Joel 2, 13 , die wil dat alle mensen zich bekeren om gered te worden en tot de kennis van de waarheid te komen, Vgl. 1 Tim. 2, 4 ... duldt niet dat het menselijk geslacht onder zijn zwakheid bezwijkt en in de bekoring van de duivel valt en verloren gaat, maar houdt niet op in alle jaren en tijden, op gelijke wijze vanaf het begin tot nu toe, overal genade te schenken, eerst door de aartsvaders en vaderen, na hen door de profeten, en na dezen door de apostelen en martelaren, door rechtvaardigen en leraren, die Hij uit dit onstuimige leven koos.' H. Eusebius van Caesarea, Vita Constantini (1 jan 339). I, 1: Constantinus et Methodius Thessalonicenses, Fontes, recensuerunt et illustraverunt Fr. Grivec et Fr. Tomši? (Radovi Staroslavenskog Instituta, Knjiga 4, Zagreb 1960), p. 169