13 september 1995
De katholieke kerk interpreteert het Filioque tegen de achtergrond van de conciliaire en oecumenische, normatieve en onherroepelijke waarde van de geloofsbelijdenis ten aanzien van de eeuwige oorsprong van de Heilige Geest, zoals in 381 gedefinieerd in het 1e Concilie van Constantinopel
Credo van Nicea - Constantinopel
(31 juli 381) van het Oecumenisch Concilie van Constantinopel. Dit Credo werd pas in Rome bekend en erkend tijdens het Oecumenisch Concilie van Chalcedon in 451. Op basis van de vroegere Latijnse theologische traditie hadden westerse kerkvaders als Hilarius, Ambrosius, Augustinus en Leo de Grote ondertussen beleden dat de Heilige Geest eeuwig voortkomt (procedit) uit de Vader ende Zoon. Tertullianus, Tegen Praxeas, Adversus Praxean. : Het is Tertullianus die de basis heeft gelegd voor de trinitaire theologie in de Latijnse traditie, met als uitgangspunt de substantiele communicatie van de Vader naar de Zoon en door de Zoon naar de Heilige Geest Christus zeg van de Geest: "Hij zal aan u verkondigen wat Hij van Mij onvangen heeft" (Joh 16,14), zoals hij van de Vader heeft ontvangen. Aldus maakt de verbinding tussen de Vader en de Zoon en tussen de Zoon en de Parakleet de drie tot een eenheid die van elkaar afhankelijk is. Zij die een op zichzelf staande realiteit (<i>unum</i>) zijn, niet een alleen (<i>unus</i>) door de eenheid in wezen en niet in eenheid van getal (Ad. Praxean, XXV, 1-2). Deze communicatie van de goddelijke consubstantialiteit in de trinitaire orde drukt hij uit met het werkwoord '<i>procedere</i>' (a.w, VII, 6). H. Hilarius van Poitiers, Over de Drie-eenheid, De Trinitate. Wij vinden deze zelfde theologie in Hilarius van Poitiers, die tegen de Vader zegt: "Kan ik uw Geest ontvangen, die zijn wezen van u ontvangt door uw enige Zoon" (De Trinitate, XII: PL 10,471). Hij merkt op: "Als iemand denkt. dat er een verschil is tussen het ontvangen van de Zoon (Joh 16,15) en het voortkomen (procedere) uit de Vader (Joh 15.26): het is zeker dat ontvangen van de Zoon en ontvangen van de Vader een en hetzelfde ding is" (De Trinitate VII, 20: PL 10, 251A). H. Hilarius van Poitiers, De Spiritu Sancto. Het is in deze zin van communicatie van goddelijkheid door Vader en scheidt hij zich niet af van de Zoon" (De Spiritu Sancto, I, II, 120: PL. 733A = 762D). H. Augustinus, Over de Drie-eenheid, De Trinitate. Maar Augustinus wilde Monarchie van de Vader binnen de consubstantiele communio van de Drie-eenheid toch nog wel veilig stellen: "De Heilige Geest komt voort uit de Vader als een principe (principaliter) en, door diens tijdloze gave aan de Zoon. uit de Vader en de Zoon in communio (communiter)" (De Trinitate XV, 25, 47: PL 42, 1095). Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Sermones. LXXV. 3: PL 54,402 Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Sermones. LXXVI, 2: PL 54,404