
18 juli 1870
Deze genadegave van de waarheid en van het nimmer versagende geloof is aan Petrus en zijn opvolgers op deze Stoel door God zelf verleend, opdat zij hun hoge ambt tot heil van allen uitoefenen, opdat de ganse kudde van Christus door hen verre wordt gehouden van de vergiftigde spijs van de dwaling en met de spijs van de hemelse leer gevoed wordt, opdat de gehele kerk in eenheid bewaard blijve en, vaststaande op haar fundamenten, de poorten der hel weerstaat.