
24 april 1870
De zegenrijke leerbeslissing van de kerkvergadering van Trente over de schriftuitleg, die lichtvaardige geesten in toom moest houden, is door sommigen op verkeerde wijze uitgelegd. Wij vernieuwen deze beslissing en leggen haar zodanig uit, dat in zaken van geloof en zeden, die behoren tot de opbouw van de christelijke leer, die betekenis van de Schrift als de ware moet worden aangenomen, waaraan de Heilige Moeder de Kerk vasthield en vasthoudt. Aan haar is het oordeel over de ware betekenis en uitlegging van de heilige schriften. Niemand mag dus in tegenstelling hiermee of met de eenstemmige leer der vaderen de Heilige Schrift uitleggen.