24 april 1870
De uitwerking van deze goddelijke openbaring is ook, dat datgene, wat in de goddelijke dingen voor het menselijk verstand op zichzelf ontoegankelijk is, ook in de tegenwoordige toestand van het menselijk geslacht door allen gemakkelijk met vaste zekerheid en zonder enige vermenging met dwaling kan worden ingezien. Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I, q. 1, a. 1