DEI FILIUS3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof
(Soort document: 1e Vaticaans Concilie)
24 april 1870
Aangezien de mens volledig afhankelijk is van God als zijn Schepper en Heer, en de geschapen rede geheel onderworpen is aan de ongeschapen waarheid, zijn wij verplicht in het geloof aan de zich openbarende God de volle gehoorzaamheid van het verstand en van de wil te betonen. Dit geloof, dat het begin is van het menselijk heil, belijdt de katholieke Kerk als een bovennatuurlijke deugd, waardoor wij onder de invloed en de steun van de genade Gods geloven, dat het door Hem geopenbaarde waar is, niet omdat wij de innerlijke waarheid der dingen met het natuurlijke licht van de rede doorschouwen zouden, maar op het gezag van de openbarende God zelf, die noch misleiden kan, noch misleid kan worden. Want het geloof is, zoals de apostel zegt, "
een vaste grond voor wat men hoopt, een overtuiging over dingen, die men niet ziet" (
Hebr. 11, 1).
© 1964, Prof. Heinrich Ott, "De leer van het Eerste Vaticaanse Concilie", Uitg. G.F. Callenbach N.V. - Nijkerk
Alineaverdeling en -nummering: redactie