H. Paus Johannes Paulus II - 24 januari 2005
Juist omdat de massamedia zo belangrijk zijn, vond ik het vijftien jaar geleden al niet opportuun om het gebruik ervan helemaal over te laten aan de initiatieven van individuen of kleine groepjes, en heb voorgesteld dat ze definitief zouden worden geïntegreerd in pastorale programma’s.8 Met name nieuwe technologieën scheppen nieuwe mogelijkheden voor communicatie in dienst van het herdersambt en de organisatie van de verschillende taken van de christelijke gemeenschap. Een duidelijk voorbeeld vormt internet, dat niet alleen meer informatiebronnen biedt, maar mensen ook vertrouwd maakt met interactieve communicatie. Vgl. Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, De Kerk en internet (22 feb 2002), 6 Veel christenen gebruiken dit hulpmiddel al op creatieve wijze en onderzoeken de mogelijkheden ervan voor evangelisering, opvoeding, interne communicatie, administratie en leiding geven. Naast internet moeten echter ook andere nieuwe communicatiemiddelen gebruikt worden en de traditionele middelen mogen ook niet uit het oog worden verloren. Katholieke kranten en allerlei publicaties, televisie en radio blijven altijd nog van groot nut binnen een compleet panorama van kerkelijke communicatie.
Hoewel de inhoud natuurlijk moet worden aangepast aan de behoeften van verschillende groepen, moet het doel altijd zijn mensen bewust te maken van de ethische en morele dimensie van de informatie. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de publiciteitsmedia, Inter Mirifica (4 dec 1963), 15-16 Vgl. Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pastorale instructie, twintig jaar na Communio et Progressio, Aetatis Novae (22 feb 1992), 18 Ook is het belangrijk er zorg voor te dragen dat degenen die bij de media werken de nodige vorming en pastorale begeleiding krijgen. Deze mannen en vrouwen staan dikwijls bloot aan bijzondere druk en worden door hun dagelijks werk geconfronteerd met ethische vraagstukken. Velen van hen “willen oprecht kennis hebben van en handelen overeenkomstig hetgeen ethisch en moreel juist is” en verwachten van de Kerk leiding en steun. Vgl. Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pastorale instructie, twintig jaar na Communio et Progressio, Aetatis Novae (22 feb 1992), 19