
23 juli 1992
Homoseksuelen hebben, als mens dezelfde rechten als iedereen, inclusief het recht om op een manier behandeld te worden te worden die in hun menselijke waardigheid geen onrecht aandoet Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Brief aan de bisschoppen van de katholieke Kerk over de pastorale zorg voor homoseksuelen, Homosexualitatis problema (1 okt 1986), 10. Naast andere rechten, heeft elk mens recht op werk, woonruimte, enzovoorts. Maar deze rechten zijn niet absoluut. Ze kunnen wettelijk beperkt worden op grond van objectief ongeordend uiterlijk gedrag. Dit is soms niet alleen gewenst, maar ook noodzakelijk. Dit geldt niet alleen bij verkeerd gedrag, maar bij handelingen door lichamelijke en geestelijk zieke personen. Zo is het algemeen aanvaard dat de staat mensen met een besmettelijke ziekte of geestesziekten in de uitoefening van hun rechten kan beperken omwille van de bescherming van algemeen welzijn.