
Msgr. John P. Foley - 22 februari 2002
ETHIEK IN INTERNET | |||
► | Enkele zorgpunten |
Een aantal zorgen over internet lag besloten in wat tot zover werd gezegd.
Een van de belangrijkste is wat tegenwoordig wordt genoemd de digitale tweedeling. Een vorm van discriminatie die de rijken van de armen scheidt, zowel binnen als tussen landen, waar het gaat om toegang of juist geen toegang tot de nieuwe informatietechnologie. In deze zin is het een nieuwe vorm van een oudere kloof, nu tussen de ‘kennisrijken’ en de ‘kennisarmen’.
De uitdrukking ‘digitale tweedeling’ onderstreept het feit dat individuen, groepen en volkeren de nieuwe technologie tot hun beschikking moeten hebben om in de beloofde vruchten van de globalisering en vooruitgang te kunnen meedelen en niet verder achterop te raken. Het is een must “dat de kloof tussen hen die van de nieuwe informatie- en expressiemiddelen profiteren en hen die daar geen toegang toe hebben niet tot een nieuwe en onoverbrugbare oorzaak wordt van onrecht en discriminatie”. H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, Wereld Communicatiedag 1997, Verkondig het evangelie van Christus, de Weg, de Waarheid en het Leven (24 jan 1997) Er dienen manieren te worden gevonden om internet toegankelijk te maken voor minder bedeelde groepen, direct of minstens door koppeling aan goedkopere traditionele media. Cyberspace hoort een bron te zijn van gratis, breed vertaalde en alomvattende informatie en diensten voor iedereen. Publieke instellingen hebben een speciale verantwoordelijkheid sites van deze soort te maken en te onderhouden.
Naarmate die nieuwe wereldeconomie vorm krijgt, is de Kerk bezorgd “of de mensheid als geheel de winnaar in dit proces zal zijn” en niet slechts “een rijke elite die de wetenschap beheerst, de technologie en de hulpbronnen van de planeet”. Dat wil zeggen dat de Kerk “een globalisering wenst die ten dienste staat van de hele persoon en van alle mensen”. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de Pauselijke Academie voor Sociale Wetenschappen (2001) (27 apr 2001), 5
In dit verband moet men in het oog houden dat de oorzaken en gevolgen van de tweedeling niet alleen economisch maar ook technisch, sociaal en cultureel zijn. Een andere internettweedeling bijvoorbeeld werkt ten nadele van vrouwen en ook die moet worden uitgesloten.
Interculturele verrijking en dialoog zijn natuurlijk zeer wenselijk. Zeker, “de dialoog tussen culturen is juist vandaag nodig vanwege de invloed van de nieuwe communicatietechnologie op het leven van individuen en volkeren”. Paus Johannes Paulus II, Toespraak voor de Pauselijke Academie van Sociale Wetenschappen (27 april 2001), 11 Maar dit moet twee- richtingsverkeer zijn. Culturen hebben veel van elkaar te leren en het louter opleggen van de wereldbeschouwing, de waarden en zelfs de taal van de ene cultuur aan de andere is geen dialoog maar cultureel imperialisme.
Culturele overheersing is een extra serieus probleem, wanneer een dominante cultuur valse waarden met zich draagt die strijdig zijn met het waarachtige welzijn van individuen en groepen. Zoals de zaken nu staan brengt internet, samen met andere sociale communicatiemedia, de waardenbeladen boodschap van een westerse wereldlijke cultuur over op mensen en samenlevingen die in veel gevallen slecht voorbereid zijn deze boodschap op waarde te schatten en ermee om te gaan. Er ontstaan bijvoorbeeld vele ernstige problemen rond huwelijk en gezinsleven die in vele delen van de wereld “een wijd verspreide en diep ingrijpende crisis” H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Een nieuw millennium, Novo millennio ineunte (6 jan 2001), 47 doormaken.
Culturele openheid en respect voor andermans waarden en opvattingen zijn noodzakelijk in deze situatie. Interculturele dialoog is nodig, die “de diversiteit van de culturen beschermt als historische en creatieve uitdrukkingsvormen van de onderliggende eenheid van de menselijke familie en het onderlinge begrip en de gemeenschap sterkt”, H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, Boodschap voor de 34ste Wereldcommunicatiedag 2000, Christus verkondigen in de media aan het begin van het nieuwe millennium (24 jan 2000), 10 en ook handhaving van het besef van internationale solidariteit.
We ondersteunen krachtig de vrijheid van meningsuiting en de vrije uitwisseling van ideeën. De vrijheid om de waarheid te zoeken en te kennen is een fundamenteel menselijk recht, H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 47 en vrijheid van meningsuiting is een hoeksteen van de democratie. “De mens, met behoud van de morele orde en het algemeen welzijn, kan vrijuit naar de waarheid zoeken en zijn mening uiteenzetten en bekendmaken ... en (dient) naar waarheid van publieke gebeurtenissen op de hoogte te worden gebracht.” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 59 En voor de publieke opinie “die kenmerkend is voor de sociale natuur van de mens” is absoluut vereist dat men “de vrijheid heeft om zijn gevoelens en opvattingen tot uitdrukking te brengen”. Pauselijke Commissie voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pastorale Instructie, in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie, over de middelen van sociale communicatie, Communio et Progressio (23 mei 1971), 25-26
In het licht van deze eisen van het algemeen belang betreuren wij pogingen van overheden die zich bedreigd of in verlegenheid gebracht voelen, om de toegang tot informatie op internet of via andere media te blokkeren, het publiek met propaganda en valse informatie te manipuleren, of de wettelijke vrijheid van meningsuiting te verbieden. Autoritaire regimes zijn verreweg de ergste overtreders hier, maar het probleem bestaat ook in vrije democratieën. Daar hangt toegang tot de media voor politieke meningsuiting vaak af van geld, en schenden politici en hun adviseurs de waarheid en regels van fair play door opponenten onvoldoende ruimte te geven en hun issues in te krimpen in telegramstijl.
Internet is een hoogst effectief instrument om nieuws en informatie snel bij de mensen te brengen. Maar economische concurrentie en het vierentwintiguurskarakter van internetjournalistiek bevorderen ook sensatiezucht, roddel, mengsels van nieuws, reclame en vermaak, en een duidelijke afname van serieuze berichtgeving en commentaar. Eerlijke journalistiek is essentieel voor het algemeen belang van landen en de internationale gemeenschap. Problemen die we nu zien in de internetjournalistiek vragen om spoedige correctie van journalisten zelf.
De welhaast overweldigende hoeveelheid informatie op internet, waarvan veel niet op accuratesse en relevantie is beoordeeld, is een probleem voor velen. Maar we maken ons ook zorgen dat mensen informatie mediumtechnisch manipuleren, simpelweg om elektronische barrières op te werpen tegen vreemde ideeën. Dat zou een ongezonde ontwikkeling zijn in een pluralistische wereld waarin mensen moeten groeien tot wederzijds begrip. Omdat internetgebruikers de plicht hebben selectief te zijn en zelfdiscipline te betrachten, hoeft dat nog niet te leiden tot het uiterste van afscherming van zichzelf voor anderen. De gevolgen van het medium voor de psychologische ontwikkeling en gezondheid vragen eveneens om bestudering. Bijvoorbeeld de mogelijkheid dat langdurig binnentreden in de virtuele wereld van cyberspace schadelijk kan zijn voor sommigen. Hoewel het vermogen van de technologie om “informatie- en dienstenpakketten alleen voor jezelf samen te stellen” vele voordelen biedt, “roept dit ook een onvermijdelijke vraag op: zal het publiek van de toekomst een veelvoud zijn van het publiek van de enkeling? ... Wat zal er overblijven van solidariteit, wat zal er overblijven van de liefde, in zo’n wereld?” Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Wereld Communicatie Dag, Jubileum van de Journalisten tijdens het Heilig Jaar 2000, Ethiek in de communicatie (4 juni 2000), 29