Msgr. John P. Foley - 22 februari 2002
Een idealistische visie van de vrije uitwisseling van informatie en ideeën heeft een prijzenswaardige rol gespeeld bij de ontwikkeling van internet. Toch bleken zijn decentrale configuratie en het ook decentrale World Wide Web vanaf eind jaren tachtig ook een mentaliteit mee te brengen tegen alles wat maar riekte naar wettelijke regeling van publieke verantwoordelijkheid. Zo ontstond er een overdreven individualisme met betrekking tot internet. Hier, zo zei men, had men een nieuw domein, het schitterende land van de cyberspace, waar alle uitingen waren geoorloofd met als enige wet die van de individuele vrijheid om te doen wat je wilt. Natuurlijk betekende dit dat de enige groep waarvan de rechten en belangen daar echt erkend zouden worden die van radicale libertijnen zou zijn. Deze denkwijze blijft van invloed in bepaalde kringen, met de steun van bekende libertijnse argumenten die ook gebruikt worden om pornografie en geweld te verdedigen in de media in het algemeen. Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pornografie en geweld in de communicatiemedia: een pastoraal antwoord (7 mei 1989), 20
Hoewel radicale individualisten en ondernemers duidelijk twee verschillende groepen zijn, is er een overlap van de belangen van hen die willen dat internet een plaats is voor bijna elke soort van expressie, hoe laag en destructief ook, en hen die het zien als kanaal voor onbelemmerde commerciële activiteit, naar neoliberaal model dat “winst en marktwerking beschouwt als absolute graadmeters ten koste van waardigheid en eerbiediging van individu en volk”. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, De Kerk in Amerika, Ecclesia in America (22 jan 1999), 56