
Msgr. John P. Foley - 22 februari 1992
AETATIS NOVAE Pastorale instructie, twintig jaar na Communio et Progressio |
|||
► | Het werk van de sociale communicatiemiddelen | ||
► | Media ten dienste van de dialoog met de wereld |
Bovendien: aangezien de Kerk haar boodschap altijd moet doorgeven op een wijze die past bij elk tijdperk en bij de culturen van specifieke landen en volken, moet ze vandaag communiceren in en naar de zich ontwikkelende mediacultuur toe. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de publiciteitsmedia, Inter Mirifica (4 dec 1963), 3 Dit is een basisvoorwaarde om te beantwoorden aan een cruciaal punt van Vaticanum II: de noodzaak van "sociale, technische en culturele banden" waardoor de mensen steeds nauwer verbonden worden, die" dringender is dan ooit" in de taak van de Kerk om allen tot "volledige eenheid in Christus" te brengen. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 1 Overwegende hoe belangrijk de bijdrage is die de media van sociale communicatie kunnen leveren aan haar pogingen om deze eenheid te bevorderen, beschouwt de Kerk ze als "instrumenten die Gods voorzienig plan voor de mensen heeft bedacht" ter bevordering van communicatie en communio onder de mensen tijdens hun aardse pelgrimstocht. Vgl. Pauselijke Commissie voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pastorale Instructie, in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie, over de middelen van sociale communicatie, Communio et Progressio (23 mei 1971), 12
Bij het aangaan van de dialoog met de moderne wereld verlangt de Kerk aldus noodzakelijkerwijs een eerlijke en respectvolle dialoog met hen die verantwoordelijk zijn voor de communicatiemedia. Van de zijde van de Kerk omvat deze dialoog pogingen om de media te begrijpen - hun doelstellingen, procedures, vormen een genres, interne structuren en modaliteiten - en om steun en bemoediging aan te bieden aan hen die bij het werk van de media betrokken zijn. Op basis van deze betrokkenheid en steun wordt het mogelijk zinvolle voorstellen te doen voor het opruimen van obstakels voor menselijke vooruitgang en de verkondigen van het Evangelie.
Zo'n dialoog eist daarom dat de Kerk actief betrokken is bij de wereldlijke media en vooral bij het vormgeven aan mediapolitiek. Christenen hebben inderdaad een verantwoordelijkheid om hun stem te laten horen in alle media, en hun taak is niet beperkt tot enkel het verspreiden van Kerkelijk nieuws. De dialoog omvat ook steun voor mediakunstenaars; ze eist de ontwikkeling van een antropologie en een theologie van de communicatie, niet in de laatste plaats opdat de theologie zelf communicatiever wordt, succesvoller in het ontsluiten van de waarden van het evangelie en in het toepassen ervan op de huidige situatie van het menselijk bestaan; ze eist dat Kerkleiders en pastoraal werkers bereid zijn op de media in te gaan - en dit op omzichtige wijze - als daarom gevraagd wordt, en relaties van wederzijds vertrouwen en respect trachten op te bouwen, gebaseerd op fundamentele gemeenschappelijke waarden, met hen die ons geloof niet zijn toegedaan.