Msgr. John P. Foley - 22 februari 2002
Diep van binnen "kan de wereld van de media soms onverschillig of zelfs vijandig lijken te staan tegenover christelijk geloof en moraal. Dat komt ten dele omdat de mediacultuur zo diep doortrokken is van de typisch postmoderne gedachte dat de enige absolute waarheid is dat er geen absolute waarheden bestaan, of, als die er al waren, dat zij voor de menselijke rede onbereikbaar zouden zijn en daarmee irrelevant." H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, Boodschap voor de 35ste Wereldcommunicatiedag 2001, 'Verkondig het vanaf de daken': het evangelie in het tijdperk van de wereldwijde communicatie (24 jan 2001), 3
Een van de specifieke problemen die internet meebrengt is de aanwezigheid van haatsites gewijd aan laster en agressie tegen religieuze en etnische groeperingen. Sommige daarvan richten zich tegen de katholieke Kerk. Net als pornografie en geweld in de media weerspiegelen haatsites op internet "de donkere kant van een menselijke natuur die door de zonde is bezoedeld". Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pornografie en geweld in de communicatiemedia: een pastoraal antwoord (7 mei 1989), 7 En omdat respect voor vrije meningsuiting kan vereisen dat zelfs uitingen van haat tot op zekere hoogte worden geduld, zou zelfregulatie, en waar nodig overheidsingrijpen, redelijke grenzen moeten stellen en handhaven voor wat kan worden gezegd.
De verspreiding van websites die zichzelf katholiek noemen scheppen een ander soort probleem. Zoals gezegd, kerkelijke groeperingen zouden creatief op internet aanwezig moeten zijn, evenals goed gemotiveerde en geïnformeerde individuen en informele groepen op eigen initiatief ook welkom zijn. Maar het is minstens verwarrend om geen onderscheid te maken tussen de authentieke standpunten van de Kerk en excentrieke interpretaties van de leer, eigenaardige devotiepraktijken en ideologische pleidooien die het label ‘katholiek’ voeren. Wij stellen hieronder een benadering van dit probleem voor.