Msgr. John P. Foley - 22 februari 2002
Het tweerichtingsverkeer van internet vervaagt reeds het oude onderscheid tussen de zender en de ontvanger van de boodschap, Vgl. Pauselijke Commissie voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pastorale Instructie, in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie, over de middelen van sociale communicatie, Communio et Progressio (23 mei 1971), 15 en creëert een situatie waarin, minstens potentieel, ieder beide kan zijn. Dit is niet het eenrichtingsverkeer van boven naar beneden uit het verleden. Omdat steeds meer mensen vertrouwd raken met deze eigenschap van internet op andere gebieden van hun leven, zullen zij dit ook zoeken als het gaat om godsdienst en de Kerk. De technologie is nieuw, maar het idee niet. Het Tweede Vaticaans Concilie stelde dat leden van de Kerk aan pastores "hun noden en verlangens met de vrijmoedigheid en het vertrouwen die kinderen van God en broeders in Christus betamen" duidelijk zouden moeten maken. In feite, vanuit hun kennis, competentie of positie, zijn de gelovigen niet alleen in staat maar soms ook verplicht "hun mening uit te spreken in aangelegenheden die het welzijn van de Kerk aanbelangen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 37 Pauselijke Commissie voor de Sociale Communicatiemiddelen
Communio et Progressio
Pastorale Instructie, in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie, over de middelen van sociale communicatie
(23 mei 1971) merkte op dat de Kerk als een "levend lichaam de openbare mening nodig heeft om de dialoog tussen haar leden te ondersteunen". Pauselijke Commissie voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pastorale Instructie, in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie, over de middelen van sociale communicatie, Communio et Progressio (23 mei 1971), 115 Hoewel geloofswaarheden "op generlei wijze voor enige vrije uitleg kunnen worden vrijgegeven", sprak de pastorale Instructie van "een vrijwel onbegrensd terrein" dat "openligt voor de binnenkerkelijke dialoog". Pauselijke Commissie voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pastorale Instructie, in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie, over de middelen van sociale communicatie, Communio et Progressio (23 mei 1971), 17
Dergelijke ideeën komen ook tot uiting in het Wetboek van Canoniek Recht, Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 212. 2 en 3 evenals in meer recente documenten van de Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen. Vgl. Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pastorale instructie, twintig jaar na Communio et Progressio, Aetatis Novae (22 feb 1992), 10 Vgl. Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Wereld Communicatie Dag, Jubileum van de Journalisten tijdens het Heilig Jaar 2000, Ethiek in de communicatie (4 juni 2000), 26 Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen
Aetatis Novae
Pastorale instructie, twintig jaar na Communio et Progressio
(22 februari 1992) noemt tweezijdige communicatie via de publieke opinie "een van de manieren om op concrete wijze het karakter van de Kerk als communio te realiseren". Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Pastorale instructie, twintig jaar na Communio et Progressio, Aetatis Novae (22 feb 1992), 10 Ethiek in de communicatie zegt: "Tweerichtingsverkeer van informatie en visies tussen pastores en gelovigen, vrijheid van meningsuiting die openstaat voor het welzijn van de gemeenschap en de rol van het Leergezag die dat beschermt, en een verantwoordelijke pu-blieke opinie zijn allemaal belangrijke uitingen van ‘het fundamentele recht op dialoog en informatie binnen de Kerk’." Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen, Wereld Communicatie Dag, Jubileum van de Journalisten tijdens het Heilig Jaar 2000, Ethiek in de communicatie (4 juni 2000), 26 Internet biedt een effectief technologisch middel om deze visie te realiseren.
Hier hebben we dan een instrument dat creatief kan worden ingezet voor verschillende aspecten van bestuur. Naast het openen van kanalen voor publieke meningsuiting, denken wij bijvoorbeeld aan het raadplegen van deskundigen en het voorbereiden van vergaderingen en samenwerking binnen en tussen de afzonderlijke kerken en religieuze instellingen op lokaal, nationaal en internationaal niveau.