• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Omdat de sociale communicatiemiddelen in dienst staan van de ontwikkeling van de samenleving, dragen zowel de burgers als de overheid hiervoor een zekere verantwoordelijkheid. Zij hebben er belang bij de vrijheid van communicatie te waarborgen en de nodige voorwaarden te scheppen opdat allen op dit gebied met verantwoordelijkheidsgevoel te werk gaan, de menselijke persoon eerbiedigen en de nationale en internationale waarden hooghouden.

De politieke gemeenschap vereist immers vóór alles dat de mensen zowel individueel als met anderen verenigd zelf de initiatieven in handen nemen en dat zowel communicatieleiders als publiek de nodige zelfbeheersing en zelfkritiek weten op te brengen. De oprichting van verenigingen die een dergelijk doel nastreven is nuttig en vaak onontbeerlijk.

De rol van de overheid is op dit gebied eerder positief dan negatief; zij dient niet op de eerste plaats beperkend en repressief op te treden, ook al moet zij soms ter waarschuwing of bestraffing tussenbeide komen. Het Tweede Vaticaans Concilie wijst erop dat de vrijheid van de mensen zoveel mogelijk moet worden bevorderd en beschermd, en eerst in tweede instantie mag worden beperkt, zo vaak en in zoverre als het algemeen welzijn dit vereiste censuur dient dus tot gevallen van uiterste noodzaak beperkt te blijven. Bovendien dient de overheid het subsidiariteitsbeginsel te eerbiedigen waarop de Kerk al vaak genoeg de nadruk heeft gelegd: dat wil zeggen dat de overheid niet het initiatief of de leiding dient te nemen van datgene wat door individuele mensen en groeperingen evengoed, en soms beter, kan worden ondernomen.

In overeenstemming met dit beginsel dient de wetgeving de vrijheid van communicatie en het recht op voorlichting te waarborgen - twee vereisten die verdedigd dienen te worden tegen de politieke, economische en ideologische druk die de uitoefening ervan in de weg zouden kunnen staan. Ook dient de wetgever de burgers een integraal recht op kritiek op het beheer van de communicatiemiddelen te geven, met name wanneer het om een monopolie gaat, en bovenal. wanneer dat in handen van de overheid is. Het lijdt thans geen twijfel of het gebruik van de media vraagt om een wetgeving die op efficiënte wijze de veelheid en verscheidenheid ervan tegen een overdreven concentratie om financiële redenen in bescherming neemt, de waardigheid van de personen en van de culturele groeperingen verdedigt, en de noodzakelijke voorwaarden schept opdat de godsdienstvrijheid ook in de media tot uitdrukking kan komen.

Met name valt het aan degenen die zich beroepshalve met de communicatie bezig houden en aan hun verenigingen aan te bevelen zich op eigen initiatief te verenigen in zelfstandige Raden, die eigen statuten hebben en bij al wat de communicatie aangaat worden betrokken. Vertegenwoordigers van de verschillende organisaties en sociale categorieën van heel het land dienen hier tevens in zitting te nemen. Het valt te hopen dat op die wijze van de ene kant inmenging van de staat en van de economische machten kan worden vermeden, van de andere kant onderlinge samenwerking tussen de communicatieleiders kan worden bevorderd, zodat uiteindelijk heel het veld van de sociale communicatiemiddelen in dienst komt te staan van het algemeen welzijn. Hier en daar zal het niettemin nodig kunnen zijn dat de overheid zelf een Raad van toezicht instelt die door de wet ertoe gebonden zal worden vertegenwoordigers van de verschillende sectoren van de gemeenschap in zijn midden toe te laten.
In de mate van het mogelijke zal de wetgeving de jongeren tegen de soms grote en duurzame schade beschermen die bepaalde communicaties aan hun zedelijk en gevoelsleven kunnen toebrengen. Maar wat de kinderen en jongeren betreft vormen de wetten niet meer dan een noodzakelijke steun bij het opvoedend werk van gezin en school.
Eveneens zal de wetgever zorgen dat er een passende subsidie wordt verleend aan de initiatieven die betrekking hebben op het gebruik van de sociale communicatiemiddelen en die, hoewel men nauwelijks kan verwachten dat zij winst zullen maken, duidelijk in dienst staan van het algemeen welzijn - zoals nieuwsagentschappen, leermiddelen, en films en televisie-uitzendingen voor kinderen. Dit geldt eveneens voor films, publicaties en toneelvoorstellingen van zeer hoog gehalte, die, omdat ze zich tot een beperkt publiek richten, financieel anders niet levensvatbaar zijn. 91. De verantwoordelijkheid van de overheid voor de communicatiemiddelen strekt zich heden ten dage over heel de wereld uit; internationale overeenkomsten dienen ervoor te zorgen dat de communicatiemiddelen overal zonder discriminatie of monopoliestelling worden verspreid en ontwikkeld. Ook het gebruik van communicatiesatellieten valt onder deze verdragen. Op deze manier kunnen alle volkeren verzekerd zijn van een passende plaats in de dialoog van heel de wereld.

Onder de talrijke vormen van internationale activiteit die rechtstreeks uit de aard van de communicatiemiddelen voortvloeien, dient bijzonder belang te worden gehecht aan degene die bijdragen tot de ontwikkeling van de volkeren. Want afwezigheid van of schaarste aan communicatiemiddelen vormen een aanwijzing voor achterstand op sociaal gebied. Deze schaarste is daar zowel een gevolg als de oorzaak van. Zonder de moderne communicatie-apparatuur kan geen enkel land voldoende voorlichting verschaffen en al evenmin de noodzakelijke vorming verzekeren, hetgeen op zijn beurt een jammerlijke weerslag heeft op de economische, sociale en politieke ontwikkeling.

Document

Naam: COMMUNIO ET PROGRESSIO
Pastorale Instructie, in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie, over de middelen van sociale communicatie
Soort: Pauselijke Commissie voor de Sociale Communicatiemiddelen
Auteur: Msgr. Martin J. O'Connor
Datum: 23 mei 1971
Copyrights: © 1971, Archief van Kerken, 26e jrg, pag. 720-761
Notenapparaat volgt nog
Bewerkt: 6 juli 2020

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test