COMMUNIO ET PROGRESSIOPastorale Instructie, in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie, over de middelen van sociale communicatie
(Soort document: Pauselijke Commissie voor de Sociale Communicatiemiddelen)
Msgr. Martin J. O'Connor -
23 mei 1971
De mens van onze tijd heeft behoefte aan een eerlijke, samenhangende, volledige en nauwkeurige voorlichting, om de wereld te begrijpen en de wederwaardigheden die hij daarvan ervaart, om zich aan de werkelijkheid en aan de wisselende omstandigheden die alle dagen om nieuwe beslissingen vragen aan te passen, om een actieve en verantwoordelijke rol te spelen in zijn leef- en arbeidsmilieu, en tenslotte om deel te nemen aan de verschillende vormen van het economisch, politiek, sociaal, cultureel en religieus leven van zijn tijd. Aan het recht dat uit deze vereisten voortkomt, beantwoord de plicht om zelf op de voorlichting vooruit te lopen, aangezien het recht op voorlichting niet tot verwerkelijking komt als de mens er zelf niet actief aan meewerkt. Daartoe is het nodig dat hij een voldoende omvangrijk arsenaal hulpmiddelen tot zijn beschikking heeft, teneinde een vrije keuze te kunnen maken in functie van zijn persoonlijke en maatschappelijke behoeften. Zonder een veelheid aan voorlichtingsbronnen heeft de uitoefening van dit recht geen enkele zin.
Aangezien de journalisten bovendien met grote snelheid een integraal en begrijpelijk beeld van de werkelijkheid dienen te geven, doen zij steeds vaker een beroep op deskundigen die door hun commentaar de voorgeschiedenis en de context van het gebeuren laten zien en er hun oordeel over geven. Gewoonlijk volgt dit commentaar onmiddellijk op het gebeuren, soms zelfs al vóórdat het in feite heeft plaatsgevonden. Niettemin hebben de betrouwbare en verantwoordelijke mensen, met name wanneer zij een overheidsfunctie bekleden of gezag hebben, er terecht een afkeer van de zin van het gebeuren overhaast uit te leggen, v6órdat ze heel de situatie en de context ervan hebben onderzocht. Maar omdat de communicatiemiddelen van nature onmiddellijk commentaar op het nieuws eisen, gebeurt het vaak dat hun plaats dan wordt ingenomen door minder zorgvuldige en minder ervaren journalisten die het commentaar in een handomdraai in elkaar flansen. De deskundigen dienen er nauwlettend op toe te zien dat dat niet gebeurt. Daartoe moeten zij proberen zich zoveel mogelijk van het laatste nieuws op de hoogte te houden, zodat zij de bevolking onmiddellijk met kennis van zaken kunnen voorlichten.
Het publiek dat verspreide gegevens krijgt aangeboden, kan zich van de werkelijkheid een misvormd of onvolledig beeld vormen. De nauwkeurigheid van de nieuwsvoorziening kan tot op zekere hoogte worden hersteld, wanneer er een voortdurende confrontatie plaatsvindt tussen berichten uit verschillende bronnen, al dienen deze ook steeds zorgvuldig te worden gecontroleerd. Het publiek dient bovendien te beseffen welke de arbeidsomstandigheden zijn van hen wier beroep het is hun het nieuws te brengen, zodat het geen bovenmenselijke volmaaktheid van hen eist. Niettemin heeft het 't recht en de plicht om snelle en duidelijke rechtzetting van onjuiste of misvorm de berichten te vragen, op eventuele leemten te wijzen en zo vaak te protesteren als de sociale communicatie middelen de feiten misvormen door ze uit hun context te rukken, ze te overdrijven of ze te bagatelliseren. Dit recht van het publiek zou in de beroepscode van de journalisten, of, bij gebrek daaraan, in de nationale wetgeving en de internationale verdragen moeten worden opgenomen.
© 1971, Archief van Kerken, 26e jrg, pag. 720-761
Notenapparaat volgt nog