Daar het nu, om de woorden te gebruiken van de Vaders van Trente, vaststaat, dat de Kerk „door Jezus Christus en Zijn apostelen onderricht is en door de Heiligen Geest, die haar zonder ophouden alle waarheid leert, onderwezen wordt"
Concilie van Trente, 13e Zitting - Decreet over het Sacrament van de Eucharistie, Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia (11 okt 1551), 1, is het volkomen in strijd met het gezond verstand en voor de Kerk hoogst beledigend, haar „een vernieuwing en een verjonging" op te dringen, als zou deze noodzakelijk zijn, om haar bestaan en groei in stand te houden, alsof men zou kunnen menen, dat zij aan verval, verkwijning of andere dergelijke zwakheden onderhevig is. Het doel, dat de vernieuwers hierbij voor ogen hebben, is “om de grondslagen te leggen van een nieuwe, een menselijke” en om te bereiken, hetgeen Cyprianus als verfoeilijk verwerpt, dat de Kerk, die een zaak van God is, een zaak van “mensen worde.”
H. Cyprianus, 52e brief Zij, die zulke plannen beramen, mogen wel overwegen, dat “de beoordeling van de canons” volgens de getuigenis van den H. Leo alleen aan de Paus van Rome “is toevertrouwd” en dat het slechts aan hem, niet echter aan een particulier persoon toekomt, een beslissing te nemen “over de bepalingen van de voorvaderlijke verordeningen” en verder, zoals de H. Gelasius schrijft , ”de besluiten van de canons en de voorschriften van zijn voorgangers af te wegen en af te meten, om dan na rijp beraad datgene te verzachten, waarvan de nood der tijden in het belang der kerken een verlichting eist.”
H. Paus Gelasius in zijn brief aan de bisschoppen van Lucanië