Joseph Kardinaal Ratzinger - 24 november 2002
ACTIVITEITEN EN HET GEDRAG VAN DE KATHOLIEKEN OP HET GEBIED VAN DE POLITIEK | |||
► | Overwegingen over bepaalde details |
Het geloof in Jezus Christus die "de weg, en de waarheid en het leven" is (Joh. 14, 6) vraagt van de christenen zich meer in te zetten voor de opbouw van een cultuur die, geïnspireerd door het Evangelie, zich laat leiden door het erfgoed van waarden en de inhoud van de katholieke overlevering. Wil men een soort katholieke culturele diaspora voorkomen, dan is het dringend noodzakelijk om in een voor de moderne mensen verstaanbare taal de vruchten aan te bieden van het geestelijk, intellectueel en moreel erfgoed van het katholicisme. Overigens, gezien hetgeen de katholieken op cultureel gebied tot stand hebben gebracht, en de rijke politieke ervaring die zij vooral in de decennia na de Tweede Wereldoorlog in verschillende landen hebben opgebouwd, hebben zij geen enkele reden voor een minderwaardigheidscomplex, als men hen vergelijkt met de politieke systemen waarvan de recente geschiedenis de zwakte of volkomen mislukking heeft aangetoond. Het zou een te enge opvatting zijn, te denken dat de katholieken zouden kunnen volstaan met te streven naar de verandering van de structuren. Immers, als er op basisniveau geen cultuur aanwezig is die in staat is om de door geloof en moraal gestelde eisen op te vangen, te rechtvaardigen en naar de praktijk te vertalen, zullen de veranderingen steeds op zwakke fundamenten rusten.
Het geloof heeft sociale en politieke kwesties nooit in een strak schema willen persen. Het beseft dat de tijd waarin de mens leeft, hem dwingt met onvolmaakte en snel veranderende situaties rekening te houden. Om die reden zijn politieke stellingnames en handelingen af te wijzen die zich laten leiden door een utopisch toekomstbeeld, waarbij het traditionele Bijbelse geloof verwordt tot een soort profetisch visioen zonder God, de boodschap van de godsdienst wordt misbruikt, en het geweten van de mensen wordt gericht op een puur aardse hoop die het streven van de christen naar het eeuwig leven teniet doet of vermindert.
Tegelijk leert de Kerk dat zonder de waarheid geen ware vrijheid bestaan kan. "Waarheid en vrijheid gaan immers hand in hand, of gaan samen ellendig ten onder", schrijft Johannes Paulus II. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de verhouding van Geloof en Rede, Fides et Ratio (14 sept 1998), 90 In een samenleving waarin men niet tracht de waarheid te achterhalen, wordt iedere echte beoefening van de vrijheid verzwakt, en de weg geopend naar bandeloosheid en individualisme, tot groot nadeel voor het welzijn van de individu en van de gehele samenleving.