Joseph Kardinaal Ratzinger - 24 november 2002
In de loop van tweeduizend jaar geschiedenis hebben de christenen zich op allerlei manieren voor de wereld ingezet. Een daarvan was de deelname aan het politieke leven: volgens een kerkelijk schrijver uit de eerste eeuwen "nemen de christenen als burgers deel aan het openbare leven". Apostolische Vader, Brief aan Diognetus. 5, 5 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2240 Onder haar heiligen telt de Kerk vele mannen en vrouwen die God hebben gediend door hun edelmoedige inzet voor politieke actie en bestuur. Een van hen, Thomas More, werd uitgeroepen tot beschermheilige van gezagdragers en politici; hij getuigde met zijn martelaarschap "van de onvervreemdbare waardigheid van het geweten". H. Paus Johannes Paulus II, Motu Proprio, H. Thomas More, patroon van regeringsleiders en politici (31 okt 2000), 1. Thomas More wordt hierin uitgeroepen tot beschermheilige van Regeringsleiders en Politici Hij heeft alle compromissen van de hand gewezen, hoezeer hij ook op allerlei wijzen onder psychologische druk werd gezet. Zonder "de voor hem karakteristieke blijvende trouw aan het wettig gezag en de wettige instellingen te verloochenen" heeft hij door zijn leven én door zijn dood duidelijk uitgesproken dat "de mens politiek noch moraal los mag maken van God". H. Paus Johannes Paulus II, Motu Proprio, H. Thomas More, patroon van regeringsleiders en politici (31 okt 2000), 4
Het is te waarderen dat in de moderne democratische samenlevingen iedereen in ware vrijheid betrokken is bij de openbare zaak. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 31 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1915 Dergelijke democratieën vragen om nieuwe en ruimere vormen van deelname aan het openbare leven door christenen en niet-christenen. Allen kunnen door het uitbrengen van hun stem bijdragen tot de verkiezing van wetgevers en gezagdragers. Ook anderszins kunnen zij bijdragen tot het vinden van politieke oplossingen en het doen van bepaalde keuzes op wetgevend terrein die naar hun inzicht het algemeen belang het best dienen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 75 Zonder de actieve, edelmoedige en verantwoordelijke inzet van iedereen zou een democratisch politiek systeem tot niets leiden. Weliswaar houdt dit ook in dat "het in verschillende en complementaire vormen, niveaus, taken en verantwoordelijkheden" gebeurt. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 42 De voorliggende leerstellige nota heeft heel duidelijk betrekking op de politieke activiteit van de lekengelovigen. De herders hebben het recht en de plicht ook de morele beginselen over de maatschappelijke orde voor te houden; "het actieve lidmaatschap van politieke partijen is aan de leken voorbehouden" H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 60 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Angelus/Regina Caeli, Aankomend feest 25 jarig pontificaat (12 okt 2003), 33
"Geleid door een christelijk geweten", 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 76 en in overeenstemming met wat dat geweten vraagt, vervullen de lekengelovigen hun gemeenschappelijke burgerplichten, en daarmee de opdracht om de tijdelijke orde christelijk te beïnvloeden. Daarbij respecteren zij de aard en wettige autonomie van die orde. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 36 Ze werken met hun medeburgers samen, overeenkomstig de deskundigheid en verantwoordelijkheid die ze als leken bezitten. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 7 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 36 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 31.43 Uit hetgeen het Tweede Vaticaans Concilie ons voorhoudt volgt dat "de lekengelovigen zich volstrekt niet ontslagen kunnen achten van de deelname aan de 'politiek', dus aan de veelvoudige en gevarieerde economische, sociale, wetgevende, bestuurlijke en culturele activiteit welke gericht is op de organische en institutionele bevordering van het algemeen welzijn". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 42 Dit algemeen welzijn houdt het bevorderen en verdedigen in van zaken als openbare orde en vrede, vrijheid en gelijkheid, eerbiediging van menselijk leven en milieu, gerechtigheid, solidariteit, enzovoorts.
Het is niet de bedoeling van de voorliggende nota opnieuw een volledige uiteenzetting te geven van de leer van de Kerk over dit punt: de kernpunten daarvan zijn bovendien te vinden in de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997). Ze wil enkel in herinnering brengen door welke beginselen het christelijk geweten geleid wordt als katholieken in een democratische samenleving op sociaal en politiek gebied actief zijn.In de laatste eeuwen heeft het leergezag van de Kerk zich meerdere keren beziggehouden met de voornaamste kwesties op sociaal en politiek gebied. Vgl. Paus Leo XIII, Encycliek, Over de oorsprong van de burgerlijke macht, Diuturnum illud (29 juni 1881) Vgl. Paus Leo XIII, Encycliek, Het onvergankelijk werk van den barmhartigen God - Over de christelijke staatsinrichting, Immortale Dei (1 nov 1885) Vgl. Paus Leo XIII, Encycliek, Over de menselijke vrijheid, Libertas praestantissimum (20 juni 1888) Vgl. Paus Leo XIII, Encycliek, Over kapitaal en arbeid, Rerum Novarum (15 mei 1891) Vgl. Paus Benedictus XV, Encycliek, Over vrede en christelijke verzoening, Pacem Dei munus pulcherrimum (23 mei 1920) Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over de aanpassing van de sociale orde, Quadragesimo Anno (15 mei 1931) Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, De Katholieke Kerk in het Duitse Rijk, Mit brennender Sorge (14 mrt 1937) Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over het goddeloze communisme, Divini Redemptoris (19 mrt 1937) Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over de eenheid van de menselijke maatschappij, Summi Pontificatus (20 okt 1939) Vgl. Paus Pius XII, Radiotoespraak, Kerstboodschap 1940 (24 dec 1940) Vgl. Paus Pius XII, Radiotoespraak, Kerstboodschap 1941, Nell'alba (24 dec 1941) Vgl. Paus Pius XII, Radiotoespraak, Kerstboodschap 1942, Con sempre (24 dec 1942) Vgl. Paus Pius XII, Radiotoespraak, Kerstboodschap 1944 (fragmenten), Benignitas et humanitas (24 dec 1944) Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen, Mater et Magistra (15 mei 1961) Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963) Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967) Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971) Immers, doordat in de laatste tijd de gebeurtenissen elkaar snel opvolgden zijn er onduidelijkheden ontstaan en heeft men zich soms op aanvechtbare wijze opgesteld; vandaar dat het nuttig is enkele belangrijke elementen in de leer van de Kerk hierover te verhelderen.