
Joseph Kardinaal Ratzinger - 1 april 2005
Minder zichtbaar, maar niet meer verontrustend, zijn de mogelijkheden tot zelfmanipulatie die de mens heeft verworven. Hij heeft de diepten van het zijn gepeild, heeft de componenten van het menselijk wezen ontcijferd, en is nu in staat, bij wijze van spreken, om zichzelf te construeren; De mens komt dus niet langer in de wereld als een geschenk van de schepper, maar als een product van zijn eigen daden, een product dat daarom kan worden geselecteerd op door onszelf bepaalde criteria.
Aldus wordt de mens niet langer doorstraald met de schittering van het geschapen zijn naar beeld en gelijkenis van God, juist datgene wat hem de waardigheid en onschendbaarheid geeft. Alles wat overblijft is alleen de macht van zijn eigen menselijke capaciteiten. Hij is niet meer dan een afbeelding van de mens - van welke mens?
Hier kunnen we ook de grote wereldwijde problemen aan toevoegen: ongelijke verdeling van aardse goederen, groei van armoede, en de steeds dreigendere verarming en uitputting van de aarde en haar natuurlijke rijkdommen, honger, ziektes die de gehele aarde bedreigen en de botsing van de culturen.
Dit toont ons dat de groei van onze mogelijkheden niet gepaard is gegaan met een vergelijkbare ontwikkeling van onze morele energie. Morele sterkte is niet tezamen met de ontwikkeling van de wetenschappen gegroeid; zij is eerder verbleekt, omdat de technische mentaliteit de moraal tot het subjectieve domein heeft gedegradeerd, terwijl we nu juist behoefte hebben aan een publieke moraal, een moraal die in staat is om een antwoord te geven op de dreigingen die het bestaan van een ieder neerdrukt. Het werkelijke en ernstige gevaar van deze tijd ligt precies in deze onevenwichtigheid tussen technische mogelijkheden en morele energie.
De waarborg - de eerste vereiste - van onze vrijheid en waardigheid kan niet voortkomen uit de definitieve analyse, een systeem van volkomen technische controle, maar kan alleen ontspringen uit de morele sterkte van de mens. Wanneer dit ontbreekt of ontoereikend is zal in toenemende mate de menselijke macht worden omgevormd in een vernietigende macht.