• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

In de geschiedenis van de mariale vroomheid ontmoet men de ’devotie’ tot verschillende scapulieren, waaronder dat van de heilige Maagd van de berg Karmel een bijzondere plaats inneemt. De verbreiding ervan is waarlijk universeel en ook hierop zijn ongetwijfeld de woorden van het Concilie van toepassing betreffende de praktijken in de oefeningen van godsvrucht ’die in de loop van de eeuwen door het leergezag aanbevolen zijn’.2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 67 Vgl. H. Paus Paulus VI, Brief, Aan Silva Kardinaal HenrĂ­quez, pauselijk gezant bij het mariologisch congres van Santo Domingo (2 feb 1965)

Het scapulier van de Karmel is een gereduceerde vorm van het habijt van de orde van de broeders van de heilige Maagd van de berg Karmel: tot een zeer verbreide devotie geworden, bewaart het scapulier – ook een buiten het verband met het leven en de spiritualiteit van de Karmelitaanse familie – hiermee een soort overeenstemming.

Het scapulier is een uiterlijk teken van een bijzondere vertrouwvolle verhouding als tussen een kind en zijn ouders. Deze verhouding ontstaat tussen de Maagd, Moeder en Koningin van de Karmel, en de godvruchtigen die zich in totale overgave aan haar toevertrouwen en vol vertrouwen hun toevlucht nemen tot haar moederlijke voorspraak. Het herinnert aan de voorrang van het geestelijk leven en aan de noodzaak van het gebed.

Het scapulier wordt met een bijzondere ceremonie van de Kerk opgelegd. Daarbij verklaart men dat de ’doopbelofte vraagt ons met Christus te bekleden met de hulp van de Moeder Maagd, die bekommerd is om onze gelijkvormigheid met het mens geworden Woord, tot lof van de Drie-eenheid, opdat wij het bruidskleed dragend het hemels vaderland bereiken’. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Rituale Romanum, De sacra communione et cultu mysterii eucharistici extra Missam (21 juni 1973). De Benedcitionibus. Ordo benedictionis et impositionis scapularis, cit. 1213 Het overhandigen van het scapulier van de Karmel, evenals dat van andere, ’dient herleid te worden tot het oorspronkelijk serieus karakter ervan: het mag niet een min of meer geïmproviseerde handeling zijn, maar het afsluitend ogenblik van een zorgvuldige voorbereiding, waarbij de gelovige bewust gemaakt is van de aard en de doeleinden van het genootschap waarvan hij lid wordt, en de levensverplichtingen die hij op zich neemt’. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Orientamenti e proposte per la celebrazione dell'Anno mariano (3 apr 1987), 88

Document

Naam: DIRECTORIUM OVER VOLKSVROOMHEID EN LITURGIE. PRINCIPES EN RICHTLIJNEN
Soort: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Datum: 9 april 2002
Copyrights: © 2003, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 2, p. 13-198
Bewerkt: 6 oktober 2022

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test