• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Onder de dagen die aan de heilige Maagd gewijd zijn, valt in het bijzonder de zaterdag op, die gestegen is tot de rang van gedachtenis van de heilige Maria. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Het Missale Romanum bevat verschillende formulieren voor de viering van de Mis ter ere van de heilige Maagd Maria in de morgenuren van de zaterdag in de tijd 'door het jaar', waarbij vrije gedachtenissen toegsetaan zijn; men zie Collectio Missarum de beata Maria Virgine, Praenotando, 34-36; eveneens biedt ook Liturgia Horarum voor de zaterdagen in de tijd 'door het jaar' een officie va de heilige Maria op zaterdag Deze gedachtenis gaat zeker terug tot de Karolingische tijd (negende eeuw), maar er zijn geen redenen bekend die ertoe geleid hebben de zaterdag te kiezen als de dag van de heilige Maria. Vervolgens zijn er talrijke verklaringen van gegeven, die echter de beoefenaars van de geschiedenis van de godsvrucht niet volledig bevredigen. Tegenwoordig legt men, afgezien van de duistere historische oorsprong ervan, terecht de nadruk op enkele waarden van de gedachtenis waarvoor ’de huidige spiritualiteit gevoeliger is: dat wil zeggen het is een herinnering aan de houding van de ‘heilige Maagd’ als moeder en leerlinge die ‘op stille zaterdag’, toen Christus in het graf lag, op unieke wijze sterk in geloof en hoop, alleen onder alle leerlingen, waakzaam wachtte op de verrijzenis van de Heer’; het is een voorspel van en inleiding op de viering van de zondag, het allereerste feest, de wekelijkse gedachtenis van de verrijzenis van Christus; met haar wekelijkse ritme is het een teken dat de ’Maagd voortdurend tegenwoordig en werkzaam is in het leven van de Kerk’. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Orientamenti e proposte per la celebrazione dell'Anno mariano (3 apr 1987), 5

Ook de volksvroomheid is gevoelig voor het gebruik van de zaterdag als de dag van de heilige Maria. Niet zelden komt het voor dat religieuze gemeenschappen en verenigingen van gelovigen statuten hebben die voorschrijven iedere zaterdag de Moeder van de Heer eer te betuigen, soms met oefeningen van godsvrucht die juist voor die dag gemaakt zijn.H. Paus Johannes Paulus II, Audiëntie, Toespraak tot de Misdienaars (1 aug 2001)

Juist omdat het een hoogtepunt is, wordt het feest gewoonlijk voorafgegaan en voorbereid door een triduüm, een zevendaagse gebedsperiode of een noveem. Deze ’tijden en modellen van volksvroomheid’ dienen plaats te vinden in overeenstemming met de ’tijden en modellen van de liturgie’.

Triduüm, zevendaagse gebedperiode en novenen kunnen een gunstige gelegenheid zijn om niet alleen oefeningen van godsvrucht ter ere van de heilige Maagd in het leven te roepen, maar ook om de gelovigen een juist zich te geven op de plaats zie zij inneemt in het mysterie van Christus en de Kerk en de functie die zij daarin vervult.

De oefeningen van godsvrucht kunnen zich immers afzijdig houden van de toenemende verworvenheden in het Bijbels en theologisch onderzoek betreffende de Moeder van de Verlosser. Wat meer is, zij moeten catechetisch middel worden voor het getuigenis en de verbreiding ervan, zonder dat het karakter ervan veranderd wordt.

Triduüms, zevendaagse gebedsperioden en novenen zullen pas echt een voorbereiding op de viering van het feest zijn, als de gelovigen gestimuleerd worden om te naderen tot het boetesacrament en het sacrament van de Eucharistie en om hun duidelijke inzet te hernieuwen naar het beeld van Maria, de eerste en volmaakte leerlinge van Christus.

In sommige streken ontmoeten op de dertiende dag van elke maand de gelovigen elkaar voor ogenblikken van gebed tot Maria ter gedachtenis aan de Maagd in Fatima.

Met betrekking tot de praktijk van een ’Mariamaand’, die in verschillende Kerken, hetzij in het oosten, hetzij in het westen verspreid is, In de byzantijnse ritus is de maand augustus, waarvan de liturgie gericht is op het hoogfeest van de 'dormitio' van Maria (15 augustus), vanaf de dertiende eeuw een ware 'Mariamaand'; in de koptische ritus valt de 'Mariamaand' in wezen samen met de maand kiakh (december-januari) en is hij liturgisch gestructureerd rond Kerstmis. In het Westen heeft men de eerste getuigenissen van de meimaand die toegewijd is aan de Maagd, tegen het einde van de zestiende eeuw. In de achttiende eeuw komt de Mariamaand veel voor in de moderne betekenis van het woord; het betreft echter een tijd waarin de herders hun apostolische handelen - behalve wat de boetedoening en het eucharistisch offer betreft - niet zozeer op de liturgie richten, als wel op de oefeningen van godsvrucht en bij voorkeur de gelovigen in die richting sturen kan men op enkele wezenlijke richtlijnen wijzen. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Orientamenti e proposte per la celebrazione dell'Anno mariano (3 apr 1987), 64-65

In het westen hebben zich parallel aan de liturgische eredienst de aan de Maagd Maria toegewijde maanden ontwikkeld die opgekomen zijn in een tijd waarin men zelden verwees naar de liturgie als naar een normatieve vorm van de christelijke eredienst. Dat heeft geleid en leidt nog steeds tot enkele problemen van liturgisch-pastorale aard die een nauwkeurige beoordeling verdienen.

Binnen de grenzen van de gewoonte in het westen om een ’Mariamaand’ te vieren in mei (november in sommige landen op het zuidelijk halfrond) zal het nuttig zijn rekening te houden met de eisen van de liturgie, de verwachtingen van de gelovigen, hun rijping in het geloof en de problematiek te bestuderen waarvoor men zich door de ’Mariamaanden’ in het kader van de algehele pastoraal van de lokale Kerk gesteld ziet. Men moet situaties van pastorale tegenstelling vermijden die de gelovigen desoriënteren, zoals dat bijvoorbeeld het geval zou zijn, als men zou stimuleren de ’meimaand’ af te schaffen.

In veel gevallen zal de beste oplossing zijn de inhoud van de ’Mariamaand’ in overeenstemming te brengen met de daaraan parallel lopende tijd van het liturgisch jaar. Zo zullen bijvoorbeeld gedurende de maand mei, die grotendeels samenvalt met de vijftig dagen van Pasen, de oefeningen van godsvrucht de deelname moeten belichten van de Maagd aan het Paasmysterie Vgl. Joh. 19, 25-27 en aan het Pinkstergebeuren Vgl. Hand. 1, 14 , waarmee de tocht van de Kerk begint: een tocht die zij, deelgenote geworden aan de nieuwheid van de Verrezene, aflegt onder de leiding van de Geest. En omdat de ’vijftig dagen’ de tijd vormen die geschikt is voor de viering van de mystagogie van de christelijke initiatiesacramenten, zullen de oefeningen van godsvrucht van de maand mei op nuttige wijze de functie kunnen beklemtonen die de Maagd, verheerlijkt in de hemel, op aarde vervult, ’hier en nu’, bij de viering van de sacramenten van het doopsel, het vormsel en de Eucharistie. Voor enkele aanwijzingen over Maria en de christelijke initiatiesacramenten

In elk geval zal nauwkeurig de richtlijn van de constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963)
gevolgd moeten worden over de noodzaak dat ’de aandacht van de gelovigen vooral gevestigd moet worden op de feesten van de Heer waarop gedurende het jaar de heilsmysteries worden gevierd waarmee de heilige Maagd Maria verbonden is’. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 108

Een juiste catechese zal gelovigen ervan overtuigen dat de zondag, de wekelijkse gedachtenis van Pasen, ’de dag van het allereerste feest’ is. Tenslotte voor ogen houdend dat in de Romeinse liturgie de vier adventsweken een mariale tijd vormen die op harmonische wijze in het liturgische jaar ingepast is, zal men de gelovigen moeten helpen om de talrijke verwijzingen naar de Moeder van de Heer die deze hele periode biedt, op gepaste wijze te benutten.

Document

Naam: DIRECTORIUM OVER VOLKSVROOMHEID EN LITURGIE. PRINCIPES EN RICHTLIJNEN
Soort: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Datum: 9 april 2002
Copyrights: © 2003, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 2, p. 13-198
Bewerkt: 6 oktober 2022

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test