9 april 2002
Een van de vormen van gebed tot de Maagd die door het leergezag worden aanbevolen, is de litanie. Zij bestaat in wezen uit een verlengde reeks aanroepingen die tot de Maagd gericht zijn en die, doordat zij elkaar met een gelijkmatig ritme opvolgen, een gebedsstroom tot stand brengen die gekenmerkt wordt door een aanhoudende lofprijzen en smeekbede. De aanroepingen zijn immers over het algemeen zeer kort. Zij bestaan uit twee gedeelten: het eerste bevat een lofprijzing (’Virgo clemens’), het tweede bevat een smeekbede (‘ora pro nobis’).
Twee litanieformulieren zijn in de liturgische boeken van de Romeinse rite opgenomen: de litanie van Loreto, waarvoor de pausen van Rome hun achting herhaaldelijk tot uitdrukking gebracht hebben, De litanie van Loreto werd voor het eerst opgenomen in het Rituale Romanum als appendix in de editio typica van 1874. Vgl. Apostolische Penitentiarie, Enchiridion Indulgentiarum - tertia editur (16 juli 1999), 21 en de litanie voor de ritus van de kroning van beeltenis van de heilige Maagd Maria, Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Ordo coronandi imagginem beatae Mariae Virginis (1 jan 1981), 41 die bij sommige gelegenheden een doeltreffend alternatief kan zijn voor het formulier van Loreto. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Orientamenti e proposte per la celebrazione dell'Anno mariano (3 apr 1987), 63. c
Een woekering van litanieformulieren zou, van pastoraal standpunt uit bezien, niet nuttig zijn, Heilig Officie, Over het gebruik van litanieën, Quoniam Multi (6 sept 1601). Inde zestiende eeuw vermenigvuldigen zich de litanieformulieren, die niet zelden van een slechte smaak getuigden of de vrucht waren van een weinig verlichte vroomheid. Om de overdreven en ongecontroleerde productie van litanieën in te dammen liet Clemens VIII op 6 september 1601 door het Heilig Officie het strenge document Quoniam Multi publiceren. Volgens dit document mochten alleen de oude litanieën die stonden in het brevier, de missalen, de pontificalia en de ritualen, evenals de litanie van Loreto, beschouwd worden als goedgekeurd. evenals anderzijds een rigoureuze beperking zou tonen dat men niet voldoende rekening houdt met de rijkdom van sommige lokale Kerken of religieuze families. Daarom heeft de Congregatie voor de goddelijke Eredienst ertoe aangespoord ’enkele oude of nieuwe formulieren die in gebruik zijn bij lokale Kerken of religieuze instellingen en opmerkelijk zijn vanwege hun structurele nauwgezetheid en de schoonheid van de aanroepingen’ Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Orientamenti e proposte per la celebrazione dell'Anno mariano (3 apr 1987), 63 in overweging te nemen. Een aansporing die duidelijk vooral op zeer bepaalde lokale kringen of gemeenschappen betrekking heeft.
Ten gevolge van het voorschrift van paus Leo XIII in de oktobermaand het bidden van de rozenkrans af te sluiten met het zingen van de litanie van Loreto ontstond er bij veel gelovigen de verkeerde overtuiging dat de litanie een soort aanhangsel was van de rozenkrans. In werkelijkheid is de litanie een op zich staande cultische handeling. Zij kan het dragende element van eerbetoon aan de Maagd vormen, een processiezang zijn, deel uitmaken van een viering van Gods woord of van andere cultische structuren.