
Paus Pius XII - 25 december 1955
De regeling van de gewijde muziek ging ons steeds zeer ter harte; het lijkt ons daarom dan ook gewenst, dit onderwerp opnieuw en systematisch in deze encycliek te behandelen en tegelijk verschillende vraagstukken, die de laatste decennia gerezen en besproken zijn, uitvoeriger uiteen te zetten, opdat deze edele en verheven kunst steeds meer bijdraagt tot een luisterrijker viering van de goddelijke eredienst en tot een krachtiger versterking van het geestelijk leven der gelovigen. Tevens willen wij hiermee tegemoet komen aan de wensen, die velen onder u, eerbiedwaardige broeders, ieder volgens eigen voorzichtigheid, hebben geuit en die ook door grote en beroemde meesters in deze vrije kunst geformuleerd zijn op muziekcongressen en die ten slotte op het juiste ogenblik zijn ingegeven door de ervaring van de zielzorg of door een diepere bestudering van deze kunst en wetenschap. Wat de H. Pius X in zijn motu proprio, terecht door hem "het wetboek van de gewijde muziek" H. Paus Pius X, Motu Proprio, Instructie over de gewijde muziek, Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines (20 nov 1903) genoemd, zo wijs heeft bepaald, hopen wij op deze wijze nog eens te bekrachtigen en in te scherpen, opnieuw te belichten en door nieuwe argumenten te versterken en wel zo, dat deze heerlijke kunst van de gewijde muziek, aangepast aan de tegenwoordige omstandigheden en in zekere zin verrijkt, steeds meer aan haar verheven doel beantwoordt.