H. Paus Johannes XXIII - 26 september 1959
GRATA RECORDATIO Over de Rozenkrans: het gebed voor de Kerk, de missies, internationale en sociale problemen |
|||
► | Vrede en eendracht onder de volkeren |
Er is nog een andere reden die Ons ertoe aanspoort om met meer aandrang te bidden tot Jezus Christus en Zijn allerbeminnelijkste Moeder. Wij vragen dit nadrukkelijk aan het H. College van Kardinalen, aan U Eerbiedwaardige Broeders, aan de priesters, aan de God toegewijde maagden, aan alle zieken en lijdenden, aan de onschuldige kinderen en aan 't gehele christenvolk. Het is deze: mogen de gezagsdragers, die voor een groot deel het lot in handen hebben van grote en kleine naties wier wettige rechten en onschatbare geestelijke rijkdommen ongedeerd en ongeschonden bewaard dienen te worden, de ernst en het beslissende karakter van deze tijd aandachtig in overweging nemen.
Wij bidden derhalve tot God dat zij de oorzaken van de verdeeldheid nauwkeurig zullen naspeuren en onderzoeken en dat zij deze met goede wil zullen te boven komen en overwinnen. Laten zij vooral telkens opnieuw bedenken dat een gewapend conflict - hetgeen God moge verhoeden - geen ander resultaat voortbrengt dan een geweldige ondergang voor allen: laten zij er dan ook voortaan volstrekt geen enkele verwachting van koesteren. Zij dienen de burgerlijke en sociale wetgeving, waarmede de volkeren en de bevolkingsgroepen onder elkaar worden verbonden, aan de eisen van de mensen van onze tijd aan te passen; zij moeten wel degelijk rekening houden met de eeuwige wetten, die van God Zelf komen en die de grondslagen en de steunpunten vormen van het bestuur der volkeren; mogen zij eveneens steeds voor ogen houden dat iedere mensenziel bestemd is om, zoals ze door Gods Almacht geschapen is, zo ook eens God in eeuwige vreugde te bezitten.
Bovendien dient er opgemerkt te worden dat er dusdanige wijsgerige standpunten worden ingenomen en dat er tegenwoordig levensbeschouwingen in omloop zijn gekomen van die aard, dat zij op geen enkele wijze met het christelijk geloof in overeenstemming kunnen gebracht worden. Wij zullen nooit ophouden hierop met duidelijkheid, kracht en overtuiging te wijzen.
Maar God heeft de mensen en de volkeren zo geschapen dat zij voor genezing vatbaar zijn! Vgl. Wijsh. 1, 14
Wanneer tenslotte deze ijdele princiepen en stellingen op de achtergrond zijn geraakt die, uit een bepaalde wijze van denken en handelen voortgekomen, als 't ware tot kristal gegroeid en verhard zijn en, zoals allen weten, van de drogredenen van het laïcisme en materialisme zijn doordrongen, vertrouwen Wij dat het te verwachten is dat men geschikte geneesmiddelen zal zoeken en vinden in die heilzame leer, die dagelijks meer en meer door de ondervinding wordt bevestigd. Deze leer immers getuigt dat God de Schepper is van het leven en de Wetgever; dat Hij de Beschermer is van de rechten en van de menselijke waardigheid van het individu. God is dan ook "onze Redding en onze Verlossing!" uit de H. Liturgie.
Onze blik strekt zich uit over de gehele aarde, waarin alle volkeren erop gericht schijnen te zijn om betere tijden te verwachten, en waarin men een zekere verborgen kracht kan zien herleven, waarvan men mag vertrouwen dat een rechtzinnig geweten door plichtsbesef ertoe gedreven wordt om het ware goed van de gehele maatschappij te bevorderen. Opdat dit op een voorspoedige wijze moge geschieden, d.w.z. met de overwinning van het Rijk van waarheid en rechtvaardigheid, van vrede en liefde, sporen Wij al Onze zonen in Christus aan om "één te zijn van hart en ziel" (Hand. 4, 32) en om in de loop van de maand oktober gemeenschappelijke en vurige smeekbeden te richten tot de Hemelkoningin, onze allerbeminnelijkste Moeder, daarbij deze woorden van de Apostel der heidenen overwegend: "Zo zijn wij van alle kanten benauwd, maar niet omsingeld, in grote verlegenheid, maar niet zonder uitkomst, opgejaagd, maar niet ingehaald, neergeworpen, maar niet te gronde gericht; altijd dragen wij Jezus' sterven in ons lichaam rond, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam wordt geopenbaard" (2 Kor. 4, 8-10).