
Joseph Kardinaal Ratzinger - 24 mei 1990
De Maagd Maria is moeder en volmaakte Icoon van de Kerk. Vanaf het begin van het Nieuwe Testament is zij zaliggeprezen vanwege haar onmiddellijke en volmaakte geloofsinstemming met het Woord Gods Vgl. Lc. 1, 38.45 dat zij in haar hart voortdurend bewaarde en overwoog. Vgl. Lc. 2, 19.51 Voor heel het Godsvolk dat aan haar moederlijke zorg is toevertrouwd is zij dan ook een voorbeeld en steun geworden. Zij toont hoe het Woord Gods ontvangen en gediend moet worden. Tegelijk geeft zij het uiteindelijk doel aan dat nooit uit het oog mag worden verloren: aan alle mensen het heil verkondigen dat haar Zoon Jezus Christus de wereld is komen brengen en tot stand heeft gebracht.
Tot besluit van deze Instructie vraagt de Congregatie voor de Geloofsleer met aandrang dat de bisschoppen vertrouwens-relaties zullen onderhouden en ontwikkelen met de theologen, in een gezamenlijke geest van ontvankelijkheid voor en dienst aan het Woord Gods, en in een gemeenschap van liefde waarin gemakkelijker bepaalde hinderpalen overwonnen kunnen worden die nu eenmaal eigen zijn aan het menselijk bestaan op aarde, Zo zullen allen steeds meer tot dienaren van Gods Woord worden en tot dienaren van het Godsvolk, zodat dit vast blijft staan in de van de aanvang gehoorde leer van waarheid en vrijheid, en het daarmee ook in de Zoon en in de Vader blijft en het eeuwig leven verkrijgt als vervulling van de Belofte. Vgl. 1 Joh. 2, 24-25