Ook wanneer hij van mening is dat de geloofsleer niet in het geding is, moet de theoloog zijn afwijkende meningen of hypotheses niet voorstellen als ging het om onaanvechtbare conclusies. De eerbied voor de waarheid en ook de eerbied voor het Godsvolk vereisen een dergelijke terughoudendheid. Vgl. 1 Kor. 8 Om dezelfde redenen zal hij ze niet voortijdig naar buiten brengen.