
Joseph Kardinaal Ratzinger - 24 mei 1990
Zelfs als de samenwerking in de beste omstandigheden plaats heeft, is het niet uitgesloten dat er spanningen ontstaan tussen de theoloog en het Magisterium. Het is niet onbelangrijk welke betekenis daaraan wordt toegekend en in welke geest ermee wordt omgegaan: komen die spanningen niet voort uit een gevoel van vijandigheid en verzet, dan kunnen zij een dynamische en prikkelende factor zijn waardoor het Magisterium en de theologen gestimuleerd worden om hun onderscheiden taken te vervullen door met elkaar in gesprek te gaan.