
Joseph Kardinaal Ratzinger - 24 mei 1990
'Met grote goedheid heeft God het zo ingericht dat de Openbaring die tot heil van alle volkeren gegeven was, steeds ongeschonden zou worden bewaard, en zou worden doorgegeven aan alle geslachten.' 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 7 Door de gave van de Heilige Geest heeft Hij zijn Kerk doen delen in zijn eigen onfeilbaarheid.' Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Verklaring ter bescherming van de Katholieke Leer over de Kerk tegen enkele hedendaagse dwalingen, Mysterium Ecclesiae (24 juni 1973), 2 Door het 'bovennatuurlijk geloofsbesef' geniet het Godsvolk dit voorrecht, onder leiding van het levend Magisterium van de Kerk, dat, krachtens zijn in de naam van de Christus uitgeoefend gezag, de enige authentieke vertolker is van Gods geschreven of overgeleverd Woord. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 10