
H. Paus Johannes Paulus II - 20 augustus 2000
Aan het einde van deze viering, terwijl ik naar jullie en naar jullie gezichten kijk en jullie oprechte enthousiasme voel, wil ik uit het diepst van mijn hart mijn oprechte dank aan God uitspreken voor de gave van de jeugd, dat door jullie altijd in de Kerk en in de wereld blijft.
Dank aan God voor de weg van de Wereldjongerendagen ! Dank aan God voor de talrijke jongeren die zij de afgelopen zestien jaar erbij heeft betrokken ! Het zijn de jongeren die nu, volwassen geworden, daar waar zij wonen en werken in het geloof blijven leven. Ik ben er zeker van dat ook jullie, beste vrienden, het niveau hebben van degenen die jullie zijn voorgegaan. Jullie zullen boodschap van Christus in het nieuwe millennium brengen. Als jullie naar huis zijn teruggekeerd, raakt dan niet versnipperd. Bevestigt en verdiept jullie toebehoren aan de christelijke gemeenschap. Vanuit Rome, de stad van Petrus en Paulus, begeleidt de Paus jullie met genegenheid, en met een parafrase van een gezegde van St. Catharina van Siena zegt hij jullie: "Als jullie zijn wat jullie moeten zijn, zullen jullie de hele wereld in vuur en vlam zetten!" Vgl. H. Catharina van Siëna, Brieven, Lettres. nr. 368
Ik kijk met vertrouwen naar deze nieuwe mensheid die zich ook door jullie voorbereid, ik kijk naar deze Kerk die zich voortdurend verjongt door de Geest van Christus, en die zich vandaag verheugt over jullie voornemens en jullie inzet. Ik kijk naar de toekomst en maak de woorden van een eeuwenoud gebed, die de gave van Jezus, van de Eucharistie, en van Kerk bezingt, tot de mijne:
"Wij brengen U dank, onze Vader, voor het leven en voor de kennis die Gij ons hebt geopenbaard door Jezus Uw dienaar. Aan U zij de eer tot in alle eeuwen ! Zoals dit gebroken brood overal over de heuvels verspreid was, en, bijeengebracht, één enkel ding is geworden, moge zo Uw Kerk van de uiteinden der aarde in Uw Rijk bijeengebracht worden ... Gij, almachtigee Heer, hebt het heelal geschapen, tot eer van Uw naam; Gij hebt aan de mensen spijs en drank als leeftocht gegeven, opdat zij U dank brengen; maar aan ons hebt U een geestelijke spijs en drank gegeven en het eeuwige leven door middel van Uw Zoon. Aan U zij de eer tot in alle eeuwen !" Apostolische Vader, Onderwijs van de Twaalf Apostelen, Didachè. 9, 3-4; 10, 3-4.