22 november 1439
De gebruikelijke bedienaar is de bisschop. En hoewel een gewoon priester de overige zalvingen kan toedienen, mag alleen de bisschop deze toedelen, omdat men alleen over de Apostelen, in wier plaats de bisschoppen staan, leest dat zij door handoplegging de Heilige Geest gaven, zoals de lezing van de Handelingen der Apostelen duidelijk maakt. Die zegt “Want toen de Apostelen, die in Jeruzalem waren, hadden gehoord dat Samaria het woord van de Heer had aangenomen, stuurden zij Petrus en Johannes naar hen. Toen zij daar waren aangekomen, baden zij voor hen, opdat zij de Heilige Geest zouden ontvangen; want die was nog in niemand van hen gekomen, want ze waren alleen maar gedoopt in de naam van de heer Jezus. Toen legden zij hun de handen op, en zij ontvingen de Heilige Geest” (Hand. 8, 14-17). Maar in plaats van deze handoplegging wordt in de Kerk het vormsel gegeven. Men leest echter dat soms met ontheffing van de Heilige Stoel om een verstandige en zeer dringende reden een gewoon priester met chrisma door de bisschop toebereid dit sacrament van het vormsel mag toedienen.