
22 november 1439
De werking van dit sacrament is de vergeving van elke erf- en daadwerkelijke zonde, ook van elke straf, die voor de zonde zelf verschuldigd is. Bovendien mag aan de gedoopten geen enkele boetedoening opgelegd worden voor de voorbije zonden: maar veeleer, als ze sterven voordat zij een of andere zonde begaan, komen ze meteen in het rijk der hemelen en tot het aanschouwen van God.