AD CATHOLICI SACERDOTII FASTIGIUMOver het Katholieke priesterschap
(Soort document: Paus Pius XI - Encycliek)
Paus Pius XI -
20 december 1935
Trouwens, de verhevenheid zelf en, om een uitspraak van den H. Epiphanius te gebruiken, “de ongelooflijke eer en waardigheid”
H. Epiphanius van Salamis, Adversus Haeres.. Panar., 59, 4 (PG 41, 1024) van het priesterschap, die Wij boven kort en bondig hebben besproken, is een overtuigend bewijs voor de hoge betamelijkheid, van het celibaat en voor de opportuniteit van de wet, waardoor het aan de gewijde bedienaars van het altaar wordt opgelegd. Of is het niet onder alle opzichten passend dat hij die een bediening waarneemt, die in zekere zin hoger staat dan de taak der hemelse geesten “die staan voor het aanschijn van den Heer" (
Tob. 12, 15) naar vermogen een hemels leven leidt? Is het niet passend, dat hij die geheel “in de dingen des Heren” (
Lc. 2, 49)(
1 Kor. 7, 32) moet zijn, geheel vreemd is aan aardse dingen en dat zijn „levenswandel gericht is op den hemel” (
Fil. 3, 20)? Is het niet billijk, dat hij die onophoudelijk bezorgd moet wezen voor het eeuwig heil van de mensen en zoo zijn aandeel moet leveren in de voortzetting van het goddelijk Verlossingswerk, zijn geest los en vrij heeft van de zorgen voor een eigen gezin, die anders een groot deel van zijn werkzaamheden daarvan zouden afhouden en. in beslag nemen?
© 1936, Firma J.M.W. Waanders, Zwolle
Vert.: F.A.J. Van Nimwegen, C.ss.R.