• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Gods verordening bracht het verbod met zich mee door mensenhand enige afbeelding van God te maken. Het boek Deuteronomium geeft hiervan de verklaring: "Omdat gij geen gestalte gezien hebt, toen Jahwe u bij de Horeb uit het vuur heeft toegesproken, moet gij zorgen u niet te bezondigen door beelden te maken van welke gestalte dan ook..." (Dt. 4, 15-16). Het is de volkomen transcendente God die zich aan Israël heeft geopenbaard. "Hij is alles" maar tegelijkertijd "is Hij groter dan al zijn werken" (Sir. 43, 27-28). Hij is de oorsprong van alle geschapen schoonheid (Wijsh. 13, 3).
Toch heeft God, al in het Oude Testament, het bevel of de toestemming gegeven afbeeldingen te maken, die op symbolische wijze de komst van het mensgeworden Woord zouden voorbereiden: de bronzen slang bijvoorbeeld, Vgl. Num. 21, 4-9 Vgl. Wijsh. 16, 5-14 Vgl. Joh. 3, 14-15 de ark van het verbond en de cherubijnen. Vgl. Ex. 25, 10-22 Vgl. 1 Kon. 6, 23-28 Vgl. 1 Kon. 7, 23-26
Steunend op het mysterie van het mensgeworden Woord heeft het zevende Oecumenisch Concilie, gehouden in Nicea (787), tegen de iconoclasten, de beeldenverering goedgekeurd: van Christus, maar ook van Gods Moeder, van de engelen en van alle heiligen. Want door mens te worden heeft de Zoon van God een nieuwe "ordening" wat betreft beelden ingesteld.
De christelijke beeldenverering is niet in strijd met het eerste gebod dat de afgodenbeelden veroordeelt. Want "de eer die aan het beeld wordt bewezen, is bestemd voor degene die afgebeeld wordt" H. Basilius, Spir. 18,45 en "wie het beeld vereert, vereert daarin de persoon die erin afgebeeld wordt". 2e Concilie van Nicea, 7e Zitting - De definitie aangaande heilige afbeeldingen, Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus (13 okt 787), 1 Vgl. Concilie van Trente, 25e Zitting - Decreet over de verering van relikwieën van heiligen en over de afbeeldingen van heiligen, Sessio XXV - De invocatione, veneratione et reliquiis Sanctorum et sacris imaginibus (3 dec 1563) Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 126 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 67 De eer aan de afbeelding van heiligen bewezen is een "respectvolle verering" en geen aanbidding. Die komt alleen aan God toe:
"Gezegd moet worden dat de godsdienstige verering niet bewezen wordt aan de afbeeldingen, voorzover deze op zichzelf als bepaalde dingen beschouwd worden, maar op de afbeeldingen voorzover ze ons leiden naar de mensgeworden God. De beweging echter die naar de afbeelding gaat, voorzover zij afbeelding is, blijft niet staan bij de afbeelding zelf, maar gaat uit naar datgene waarvan ze de afbeelding is". H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II-II,81,3 ad 3

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test