15 augustus 1997
De zaligsprekingen hernemen en vervullen de beloften die God vanaf Abraham gedaan heeft, door ze te richten op het koninkrijk der hemelen. Ze beantwoorden aan het verlangen naar geluk dat God in het hart van de mens gelegd heeft.
De zaligsprekingen leren ons het uiteindelijk doel waartoe God ons roept: het koninkrijk, het aanschouwen van God, de deelname aan de goddelijke natuur, het eeuwig leven, het kindschap, de rust in God.
De zaligheid van het eeuwig leven is een vrij geschonken gave van God; ze is bovennatuurlijk evenals de genade die ernaar leidt.
De zaligsprekingen plaatsen ons voor beslissende keuzen met betrekking tot de aardse goederen; ze zuiveren ons hart om ons te leren God boven alles te beminnen.
De hemelse zaligheid bepaalt de criteria die men moet aanleggen bij het gebruik van de aardse goederen in overeenstemming met de wet van God.