
15 augustus 1997
Zoals alle Sacramenten is de Ziekenzalving een liturgische gemeenschapsviering, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 27 of zij nu in familieverband, in een ziekenhuis of in een kerk, voor een enkele zieke of voor een groep gehouden wordt. Het is heel passend dat zij plaatsvindt tijdens een eucharistieviering, die de gedachtenis van het Pasen van de Heer is. Indien de omstandigheden er aanleiding toe geven, kan de viering van het Sacrament voorafgegaan worden door het Boetesacrament en gevolgd worden door het Sacrament van de Eucharistie. Als sacrament van het Pasen van Christus zou de Eucharistie altijd het laatste sacrament van de aardse pelgrimstocht moeten zijn in de vorm van het "Viaticum" (reisvoedsel) voor de "overgang" naar het eeuwig leven.
Woord en Sacrament vormen een ondeelbaar geheel. De viering wordt geopend met een Liturgie van het Woord, voorafgegaan door de schuldbelijdenis. De woorden van Christus en het getuigenis van de apostelen wekken het geloof van de zieke en van de gemeenschap op om de Heer de kracht van zijn Geest te vragen.
De viering van het Sacrament behelst voornamelijk de volgende elementen: "de presbyters van de gemeente" (Jak. 5, 14) leggen de zieken in stilte de handen op; zij spreken in het geloof van de Kerk een gebed over de zieken uit; Vgl. Jak. 5, 15 dit is de epiklese die eigen is aan dit Sacrament; vervolgens geven ze de zalving met de olie die, zo mogelijk, door de bisschop gezegend is.
Deze liturgische handelingen geven aan, welke genade dit Sacrament aan de zieken verleent.