• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Zij die sterven in de genade en vriendschap van God en die volmaakt gelouterd zijn, leven voor eeuwig met Christus. Zij zijn voor eeuwig gelijk aan God, omdat zij Hem zien "zoals Hij is" (1 Joh. 3, 2), van aangezicht tot aangezicht: Vgl. 1 Kor. 13, 12 Vgl. Openb. 22, 4
Op grond van ons apostolisch gezag definiëren wij dat overeenkomstig de algemene heilsbeschikking van God de zielen van alle heiligen die vóór Jezus' lijden gestorven zijn en van de heiligen (...) en van alle andere gelovigen, die na het ontvangen van Christus heilig doopsel gestorven zijn en die na hun heengaan niet meer gelouterd hoefden te worden, (...) zoals ook de zielen van hen die een dergelijke loutering na hun dood moesten of moeten ondergaan en deze voltooid hebben (...) zelfs vóór ze hun lichaam opnieuw aannemen en vóór het laatste oordeel, en wel vanaf de hemelvaart van onze Verlosser Jezus Christus, in de hemel, in het rijk der hemelen en het hemels paradijs bij Christus in het gezelschap van de heilige engelen verzameld zijn verzameld worden en verzameld zullen worden. Na het lijden en de dood van onze Heer, Jezus Christus, zagen zij en zien zij het goddelijk wezen in een intuïtief schouwen van aangezicht tot aangezicht, zonder tussenkomst van een schepsel. Paus Benedictus XII, Constitutie, Benedictus Deus (29 jan 1336), 1. vert. uit Lat. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 49
Dit volmaakte leven samen met de allerheiligste Drie-eenheid, deze gemeenschap van leven en liefde met de Drie-eenheid, de Maagd Maria, de engelen en alle gelukzaligen wordt "hemel" genoemd. De hemel is het uiteindelijk doel en de verwezenlijking van de diepste verlangens van de mens, de hoogste en definitieve staat van geluk.
Leven in de hemel is "bij Christus zijn" Vgl. Joh. 14, 3 Vgl. Fil. 1, 23 Vgl. 1 Tess. 4, 17 De uitverkorenen leven "in Hem" , maar zij behouden er, of beter gezegd, zij vinden er hun ware identiteit, hun eigen naam. Vgl. Openb. 2, 17
Want leven is bij Christus zijn: daar waar Christus is, daar is het leven, daar is het koninkrijk. H. Ambrosius van Milaan, Expositio Evangelii secundum Lucam. 10,121, vert. uit Lat.
Door zijn dood en verrijzenis heeft Jezus Christus voor ons de hemel "geopend". Het leven van de gelukzaligen bestaat in het volle bezit van de vruchten van de verlossing, bewerkt door Christus, die hen in zijn hemelse verheerlijking laat delen die in Hem geloofd hebben en die trouw gebleven zijn aan zijn wil. De hemel is de gelukzalige gemeenschap van al diegenen die volmaakt in Hem ingelijfd zijn.
Dit mysterie van de gelukzalige gemeenschap met God en met allen die in Christus zijn, gaat ieder begrip en iedere beschrijving te boven. De Schrift spreekt ons erover in beelden: leven, licht, vrede, bruiloftsfeest, wijn van het koninkrijk, vaderhuis, hemels Jeruzalem, paradijs: "Geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, geen mens kan het zich voorstellen, al wat God bereid heeft voor die Hem liefhebben" (1 Kor. 2, 9).
Op grond van zijn transcendentie kan God slechts gezien worden, zoals Hij is, wanneer Hijzelf zijn mysterie ontsluit voor de directe aanschouwing door de mens en hem er het vermogen toe verleent. Deze aanschouwing van God in zijn hemelse heerlijkheid wordt door de kerk "de gelukzalige aanschouwing" genoemd:
Wat en hoe groot zal uw heerlijkheid en geluk zijn; toegelaten te worden om God te zien, de eer te hebben de vreugde te verwerven van het heil en het eeuwige licht in gezel schap van Christus de Heer, uw God (...), en in het rijk der hemelen in gezelschap van de rechtvaardigen en de vrienden van God de vreugden van de geschonken onsterfelijkheid te genieten. H. Cyprianus van Carthago, Brieven, Epistolae. 56,10,1 vert. uit Lat.
In de heerlijkheid van de hemel blijven de gelukzaligen met vreugde Gods wil volbrengen met betrekking tot de andere mensen en heel de schepping. Zij heersen reeds met Christus; met Hem "zullen zij heersen in de eeuwen der eeuwen" (Openb. 22, 5). Vgl. Mt. 25, 21.23

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test