15 augustus 1997
En als de Geest van Hem die Jezus van de doden heeft opgewekt, in u woont, zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan, ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken door de kracht van zijn Geest, die in u verblijft (Rom. 8, 11). Vgl. 1 Tess. 4, 14 Vgl. 1 Kor. 6, 14 Vgl. 2 Kor. 4, 14 Vgl. Fil. 3, 10-11
Het woord "vlees" (in de Nederlandse vertaling van de geloofsbelijdenis met "lichaam" weergegeven) duidt de mens aan in zijn toestand van zwakheid en sterfelijkheid. Vgl. Gen. 6, 3 Vgl. Ps. 56, 5 Vgl. Jes. 40, 6 De "verrijzenis van het lichaam" betekent dat er na de dood niet alleen het leven van de onsterfelijke ziel zal zijn, maar dat zelfs "ons sterfelijk lichaam" (Rom. 8, 11) weer levend zal worden.
Hoe kunnen dan sommigen onder u beweren dat er geen opstanding van de doden bestaat? Als er geen opstanding van de doden bestaat, is ook Christus niet verrezen. En wanneer Christus niet is verrezen, is onze prediking zonder inhoud en uw geloof eveneens (...). Maar zo is het niet! Christus is opgestaan uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn (1 Kor. 15, 12-14.20).