CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
3 - Christus heeft zichzelf aan zijn Vader aangeboden voor onze zonden
De Zoon van God "die uit de hemel is neergedaald, niet om zijn eigen wil te doen, maar die van de Vader die Hem gezonden heeft"
Vgl. Joh. 6, 38
, "zegt, als Hij in de wereld komt: (...) Hier ben Ik (...) Ik ben gekomen, o God, om uw wil te doen (...) Door die wil zijn wij geheiligd, eens voor al, door het offer van het lichaam van Jezus Christus" (
Heb. 10, 5-10). Vanaf het eerste ogenblik van zijn menswording verenigt Hij zichzelf geheel met Gods heilsplan in zijn verlossende zending, "Mijn spijs is, de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen" (
Joh. 4, 34). Het offer van Jezus "voor de zonden van de hele wereld" (
1 Joh. 2, 2) is de uitdrukking van zijn liefdesgemeenschap met de Vader: "Hierom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven geef" (
Joh. 10, 17). "De wereld moet weten dat Ik de Vader liefheb en dat Ik handel zoals Hij Mij bevolen heeft" (
Joh. 14, 31).
Dit verlangen zich geheel en al te wijden aan het heilsplan van de verlossende liefde van zijn Vader bezielt heel het leven van Jezus
Vgl. Lc. 12, 50
Vgl. Lc. 22, 15
Vgl. Mt. 16, 21-23
, want zijn verlossend lijden is de bestaansgrond van zijn menswording: " 'Vader, red Mij uit dit uur!' Maar daarom juist ben Ik tot aan dit uur gekomen" (
Joh. 12, 27). "Zou ik de beker die mijn Vader Mij gegeven heeft, niet drinken?" (
Joh. 18, 11). En nog op het kruis zegt Jezus, "Ik heb dorst" (
Joh. 19, 28) en pas daarna "alles volbracht is" (
Joh. 19, 30).
"Het Lam dat de zonde van de wereld wegneemt"
Nadat Johannes de Doper erin toegestemd had Hem te dopen in de rij van de zondaars Vgl. Lc. 3, 21
Vgl. Mt. 3, 14-15
, heeft Hij in Jezus het "Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1, 29) gezien en getoond Vgl. Joh. 1, 36
. Hij laat zo zien dat Jezus zowel de lijdende dienaar is die zich stom naar de slachtbank laat leiden Vgl. Jes. 53, 7
Vgl. Jer. 11, 19
en de zonden van velen draagt Vgl. Jes. 53, 12
als het Paaslam, symbool van de verlossing van Israël ten tijde van het eerste Pasen Vgl. Ex. 12, 3-14
Vgl. Joh. 19, 36
Vgl. 1 Kor. 5, 7
. Heel het leven van Christus drukt zijn zending uit: "Dienen en zijn leven als losprijs geven voor velen" Vgl. Mc. 10, 45
.
Jezus sluit zich uit vrije wil bij de verlossende liefde van de Vader aan
Door zich in zijn menselijk hart aan te sluiten bij de liefde van de Vader voor de mensen heeft Jezus "hen tot het uiterste toe bemind" (
Joh. 13, 1), " want geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden" (
Joh. 15, 13). Zo is in het lijden en de dood zijn mensheid het vrije en volmaakte instrument geworden van zijn goddelijke liefde, die het heil van de mensen wil
Vgl. Heb. 2, 10.17-18
Vgl. Heb. 4, 15
Vgl. Heb. 5, 7-9
. Hij heeft immers vrijwillig zijn lijden en zijn dood op zich genomen uit liefde voor zijn Vader en voor de mensen die de Vader wil redden: "Niemand neemt Mij mijn leven af, maar Ik geef het uit Mijzelf" (
Joh. 10, 18). Vandaar de soevereine vrijheid van de Zoon van God, wanneer Hijzelf de dood ingaat
Vgl. Joh. 18, 4-6
Vgl. Mt. 26, 53
.
Bij het laatste avondmaal is Jezus vooruitgelopen op het vrijwillig offer van zijn leven.
Jezus heeft op sublieme wijze het vrijwillig offer van zichzelf tot uitdrukking gebracht in de maaltijd die Hij met de twaalf apostelen gehouden heeft
Vgl. Mt. 26, 20
in "de nacht waarin Hij werd overgeleverd" (
1 Kor. 11, 23), De avond voor zijn lijden heeft Jezus, toen Hij nog vrij was, van dit laatste avondmaal met zijn apostelen de gedachtenisviering gemaakt van zijn vrijwillige offerande aan de Vader
Vgl. 1 Kor. 5, 7
tot heil van de mensen: "Dit is mijn lichaam dat voor u
gegeven wordt" (
Lc. 22, 19). "Dit is het bloed van het Verbond, dat voor velen wordt
vergoten tot vergeving van de zonden" (
Mt. 26, 28).
De eucharistie die Hij op dat ogenblik instelt, zal de "gedachtenis" (
1 Kor. 11, 25) zijn van zijn offer. Jezus sluit de apostelen bij zijn eigen offerande in en vraagt hen deze voort te zetten
Vgl. Lc. 22, 19
. Daarmee stelt Jezus zijn apostelen aan tot priesters van het Nieuwe Verbond: "Omwille van hen wijd Ik mij aan U, opdat ook zij in waarheid aan U toegewijd mogen zijn" (
Joh. 17, 19)
Vgl. Concilie van Trente, 23e Zitting - Leer over de heilige Wijding, Sessio XXIII - Doctrina de sacramento ordinis (15 juli 1563), 15 Vgl. Concilie van Trente, 23e Zitting - Leer over de heilige Wijding, Sessio XXIII - Doctrina de sacramento ordinis (15 juli 1563), 2.
De doodsangst in Getsemane
De beker van het Nieuwe Verbond waarop Jezus bij het laatste avondmaal vooruitgelopen is door zichzelf aan te bieden Vgl. Lc. 22, 20
, ontvangt Hij vervolgens uit handen van de Vader in zijn doodsangst in Getsemane Vgl. Mt. 26, 42
door "gehoorzaam te worden tot de dood" (Fil. 2, 8). Vgl. Heb. 5, 7-8
Jezus bidt: "Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan..." (Mt. 26, 39). Hij drukt zo de afschuw uit die de dood betekent voor zijn menselijke natuur. Zijn menselijke natuur is immers, evenals de onze, bestemd voor het eeuwige leven; bovendien was zij, anders dan de onze, volkomen vrij van de zonde Vgl. Heb. 4, 15
die de dood veroorzaakt Vgl. Rom. 5, 12
; maar bovenal is de menselijke natuur van Jezus opgenomen in de goddelijke persoon van de "leidsman ten leven" (Hand. 3, 15), van de "levende". Vgl. Openb. 1, 17
Vgl. Joh. 1, 4
Vgl. Joh. 5, 26
Door met zijn menselijke wil ermee in te stemmen dat de wil van de Vader geschiede Vgl. Mt. 26, 42
, aanvaardt Hij zijn verlossende dood om in zijn eigen lichaam onze zonden op het kruishout te dragen" (1 Pt. 2, 24).
De dood van Christus is het unieke en definitieve offer
De dood van Christus is zowel het
Paasoffer dat de definitieve verlossing van de mensen
Vgl. 1 Kor. 5, 7
Vgl. Joh. 8, 34-36
door "het Lam dat de zonde van de wereld wegneemt",
Vgl. Joh. 1, 29
Vgl. 1 Pt. 1, 19
bewerkstelligt als
het offer van het Nieuwe Verbond Vgl. 1 Kor. 11, 25
dat de mens de gemeenschap met God schenkt
Vgl. Ex. 24, 8
, omdat het hem met God verzoent door "het bloed dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van de zonden"
Vgl. Mt. 26, 28
Vgl. Lev. 16, 15-16
.
Dit offer van Christus is uniek, het is de voltooiing van alle offers en overtreft die nog
Vgl. Heb. 10, 10
. Het is allereerst een gave van God de Vader zelf: het is de Vader die zijn Zoon overlevert om ons met Hem te verzoenen
Vgl. 1 Joh. 4, 10
. Tegelijkertijd is het een offerande van de mensgeworden Zoon van God die uit vrije wil en uit liefde
Vgl. Joh. 15, 13
zijn leven aanbiedt
Vgl. Joh. 10, 17-18
aan zijn Vader door de heilige Geest
Vgl. Heb. 9, 14
om onze ongehoorzaamheid weer goed te maken.
Jezus stelt in de plaats van onze ongehoorzaamheid zijn gehoorzaamheid
Op het kruis volbrengt Christus zijn offer
Het is "de liefde tot het uiterste toe"
Vgl. Joh. 13, 1
die aan het offer van Christus zijn waarde van verlossing en herstel, verzoening en genoegdoening verleent. Hij heeft ons allen gekend en bemind in het offer van zijn leven
Vgl. Gal. 2, 20
Vgl. Ef. 5, 2.25
. "De liefde van Christus laat ons geen rust, sinds wij hebben ingezien dat Een is gestorven voor allen. Maar dan zijn allen gestorven!" (
2 Kor. 5, 14). Geen enkele mens, ook al was hij nog zo heilig, was in staat de zonden van alle mensen op zich te nemen en zich als offer voor allen aan te bieden. De aanwezigheid in Christus van de goddelijke persoon van de Zoon, die alle mensen overtreft en tegelijkertijd omvat en die Hem aan het hoofd stelt van heel de mensheid, maakt zijn verlossend offer
voor allen mogelijk.
"Door zijn heilig lijden op het kruishout heeft Hij voor ons de rechtvaardiging verdiend", leert het concilie van Trente
Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547), 9. vert. uit het Lat.. Het onderstreept hiermee het unieke karakter van het offer van Christus als "oorzaak van eeuwig heil" (
Heb. 5, 9), En de Kerk vereert het kruis, wanneer zij zingt: "Ik groet u, kruis, want gij slechts zijt mijn hoop (...)"!"
Hymne "Vexilla Regis", vert.; Getijdenboek, blz. 744
Onze deelname aan het offer van Christus
Het kruis is het unieke offer van Christus, "enige middelaar tussen God en de mensen" (1 Tim. 2, 5). Maar omdat Hij in zijn mensgeworden goddelijke persoon "zich in zekere zin met iedere mens verenigd heeft" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 22. § 2, vert. uit Lat., biedt Hij "allen de mogelijkheid om op een wijze die God bekend is, in dit Paasgeheim te worden opgenomen" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 22. § 5. vert. uit Lat.. Hij roept zijn leerlingen op "hun kruis op te nemen en Hem te volgen" (Mt. 16, 24), want "Hij heeft voor ons allen geleden, Hij heeft voor ons de weg gebaand om in zijn voetstappen te treden" Vgl. 1 Pt. 2, 21
. Hij wil immers zelfs hen die er het eerst profijt van hebben, deelgenoot maken van zijn verlossend offer Vgl. Mc. 10, 39
Vgl. Joh. 21, 18-19
Vgl. Kol. 1, 24
. Dat is op verheven wijze verwezenlijkt in de persoon van zijn moeder, die meer dan ieder ander nauw betrokken is bij het mysterie van zijn verlossend lijden.
Buiten het kruis is er geen andere ladder om naar de hemel op te stijgen. H. Rosa van Lima, Vita mirabilis
© 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"