15 augustus 1997
De gedaanteverandering van Christus heeft tot doel het geloof van de apostelen met het oog op het lijden te versterken: het bestijgen van de "hoge berg" bereidt het opgaan naar de Calvarieberg (Golgotha) voor. Christus, hoofd van de Kerk, openbaart in de sacramenten wat zijn lichaam bevat en uitstraalt: "de hoop op een eeuwige heerlijkheid" (Kol. 1, 27). Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Sermones. 51,3
Jezus is uit vrije wil naar Jeruzalem opgegaan, in het volle besef dat Hij er een gewelddadige dood zou sterven ten gevolge van de tegenstand van de zondaars. Vgl. Heb. 12,3