
15 augustus 1997
De christelijke overlevering ziet in deze passage een aankondiging van "de nieuwe Adam" Vgl. 1 Kor. 15, 21-22.45 die door zijn "gehoorzaamheid tot de dood aan het kruis" (Fil. 2, 8) op overvloedige wijze de ongehoorzaamheid van Adam weer goedmaakt. Vgl. Rom. 5, 19-20 Overigens herkennen talrijke Kerkvaders en kerkleraren in de in het "proto-evangelie" aangekondigde vrouw de moeder van Christus, Maria, als de "nieuwe Eva". Zij is het geweest die als eerste en op unieke wijze van de door Christus behaalde overwinning op de zonde geprofiteerd heeft: zij is gevrijwaard van elke smet van de erfzonde Vgl. Z. Paus Pius IX, Dogmatische Bul, Dogmaverklaring van Maria, Onbevlekt Ontvangen, Ineffabilis Deus (8 dec 1854), 22 en gedurende heel haar aardse leven heeft zij door een bijzondere genade van God geen enkele zonde begaan. Vgl. Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547), 53