Trouw aan het getuigenis van de Schrift richt de kerk haar gebed dikwijls tot de "almachtige, eeuwige God" ("omnipotens sempiterne Deus...") in het stellige geloof dat "voor God niets onmogelijk is" Vgl. Gen. 18, 14Vgl. Lc. 1, 37Vgl. Mt. 19, 26 .
God toont zijn almacht door ons van onze zonden te bekeren en ons door de genade weer in zijn vriendschap aan te nemen: "God, Gij toont uw grootheid vooral als Gij ons genadig zijt en barmhartigheid bewijst". Missale Romanum, Gebed van de 26e zondag door het jaar, Altaarmissaal (NL) blz. 508; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 461
Als men niet gelooft dat Gods liefde almachtig is, hoe kan men dan geloven dat de Vader ons heeft kunnen scheppen, dat de Zoon ons heeft kunnen vrijkopen en dat de heilige Geest ons heeft kunnen heiligen?